De leerling herkent en gebruikt wiskunde in alledaagse en maatschappelijke situaties.
Subdoelen:
Je weet waarom mensen op 14 maart pi-dag vieren met taart
Je weet wat het middelpunt, de omtrek en de diameter van een cirkel zijn
Je kent het symbool π (pi) en je weet dat de omtrek van een cirkel gedeeld door de diameter ongeveer de waarde 3,14159265358 ... heeft en meestal wordt afgerond als 3,14
Je kent een ezelsbruggetje om de eerste twaalf decimalen van π (pi) te onthouden