Je gaat in twee of drietallen een klein onderzoek uitvoeren, waarbij je zelf een werkplan moet opstellen.
Je krijgt van je docent een rekje met 3 reageerbuizen. Elk groepje krijgt een ander setje met stoffen. In deze 3 reageerbuizen zit een stukje metaal, een poeder en een vloeistof.
De dichtheid van de mogelijke
stoffen in de reageerbuis.
De onderzoeksvraag:
Bepaal experimenteel de dichtheid van deze stoffen en bepaal op deze wijze welke stof er in je reageerbuis zit. De mogelijke stoffen zijn:
Een stukje metaal (ijzer, lood of zink)
Een poeder (suiker of zout)
Een vloeistof (alcohol of azijn)
Bij het doen van onderzoek doorloop je een aantal stappen. Je begint pas aan een volgende stap als je de vorige stap hebt afgerond.
Voorbereiding
Bedenk hoe je de dichtheid van elke stof kunt bepalen en bespreek dit in je groepje.
Het kan zijn dat je niet dezelfde manier voor elke stof kunt gebruiken.
Schrijf stap voor stap de werkwijze op.
Maak een lijstje met materialen die je nodig hebt.
Uitvoering
Voer het onderzoek uit volgens het werkplan.
Noteer je waarnemingen en meetgegevens in een tabel.
Verwerk de resultaten, voer eventueel berekeningen uit, zodat je een antwoord op de onderzoeksvraag kunt geven.
Afsluiting
Formuleer een conclusie die antwoord geeft op de onderzoeksvraag. Geef argumenten die deze conclusie ondersteunen.
Zeg iets over de betrouwbaarheid van je conclusie en doe aanbevelingen voor verbeteringen in je werkplan.