Je hebt inmiddels gezien dat er heel veel verschillende stoffen gemaakt worden van polymeren. Al deze stoffen hebben zeer uiteenlopende eigenschappen. Sommigen zijn heel hard en hittebestendig, terwijl anderen zeer flexibel zijn.
Mesoniveau
Om de verschillende eigenschappen van polymeren te begrijpen is het handig om naar een voorstelling van een polymeer op mesoniveau te kijken. Mesoniveau is een waarnemingsniveau dat net iets verder is uitgezoomd dan microniveau. Je ziet in plaats van de atomen en moleculen, groepjes moleculen of in het geval van polymeren zie je lange ketens.
Thermoplasten en thermoharders
Globaal gezien kun je plastic in twee verschillende soorten indelen: de thermoplasten en de thermoharders. Lees hiervoor onderstaande bron.
Op mesoniveau zie je bij een thermoharder crosslinks (dwarsverbindingen) tussen de polymeerketens. Door deze crosslinks kunnen de polymeerketens niet meer langs elkaar bewegen, waardoor ze bij verwarmen niet zacht en vervormbaar worden.
Weekmakers
De vorige les heb je zelf plastic gemaakt. Het plastic dat je gemaakt hebt is een thermoplast. De helft van de klas heeft glycerol toegevoegd aan het plastic. Glycerol is een weekmaker, dat zorgt er voor dat het plastic soepel en flexibel wordt. Een weekmaker is een klein molecuul dat tussen de polymeerketens van een thermoplast gaan zitten. Hierdoor wordt de afstand tussen de polymeerketens iets groter en dus wordt de molecuulbinding op die plek wat minder sterk. Dit zorgt ervoor dat het plastic flexibeler wordt.
Ketenlengte
Ook de lengte van de polymeerketens is van invloed op de eigenschappen van het plastic.
Bekijk onderstaande video en beantwoord daarna de vragen bij de video.
Vragen bij de video:
In 1907 is het eerste synthetische polymeer ontdekt: Bakeliet.
Practicum: Plastic onderzoeken
Je gaat verschillende soorten plastic onderzoeken.
Benodigdheden: minimaal 4 verschillende soorten plastic, je eigen gemaakte bioplastic, een stukje bakeliet, een spijker, een tang, brander met branderplaat, driepoot, bekerglas en kokend water.
Werkwijze:
Noteer al je waarnemingen in een tabel.
Vragen bij de proef: