Aan de hand van deze opdracht, ga je laten zien wat je al kunt op het gebied van fictie. Hieronder zie je een aantal vragen staan en de antwoorden op die vragen schrijf je op in je schrift. Je hebt een tekst nodig om antwoord te geven op de vragen. De tekst ‘Debuut eerste vrouw in week van de scheidsrechter’ krijg je op papier, zodat je die eerst rustig kunt gaan lezen.
Lees de tekst. Markeer eventueel moeilijke woorden. Beantwoord daarna de vragen die hieronder staan en schrijf de antwoorden op in je schrift.
Is deze tekst realistisch of niet-realistisch? Leg je antwoord uit.
Kun je een voorbeeld noemen van een niet-realistische gebeurtenis die in een fictief verhaal over een vrouwelijke scheidsrechter zou kunnen voorkomen?
Komt er figuurlijk taalgebruik voor in de tekst? Zo ja, geef een voorbeeld.
Wie is de hoofdpersoon in deze tekst?
Welke bijfiguren worden in de tekst genoemd?
Komt er spanning voor in deze tekst? Zo ja, op welk moment is er sprake van spanning?
Op welke locaties speelt deze tekst zich af? Noem er minstens twee.
In welke tijd speelt deze tekst zich af?
Welk vertelperspectief wordt gebruikt in deze tekst?
Komt er een terugblik (flashback) voor in de tekst? Zo ja, waar?