Wat: we gaan oefenen met much, many, en a lot of. Je bent nu bij de expert oefening.
Hoe: Schrijf 3 zinnen voor elk quantifier.
Hulp: bekijk kennisclip opnieuw.
Tijd: 20 minuten (van beginner t/m expert).
Uitkomst: aan het einde van de oefening kun je de quantifiers herkennen en juist gebruiken in zinnen.
Klaar: speel de game en ga door naar de test.
Schrijf drie zinnen voor elke quantifier: much, many, en a lot of. Zorg ervoor dat je de juiste quantifier kiest, afhankelijk van of het zelfstandig naamwoord telbaar of ontelbaar is. Hier zijn voorbeelden:
Much gebruik je voor ontelbare dingen (bijv, water, tijd, suiker).
Many gebruik je voor telbare dingen (bijv. boeken, appels, mensen).
A lot of gebruik je voor zowel telbare als ontelbare dingen (bijv. a lot of books, a lot of water).
Voorbeeldzinnen:
Much: ''I don't have much time to study.''
Many: ''There are many people in the park.''
A lot of: ''She has a lot of friends at school.''
Nu jij:
Schrijf drie zinnen met much (gebruik een ontelbaar zelfstandig naamwoord).
Schrijf drie zinnen met many (gebruik een telbaar zelfstandig naamwoord).
Schrijf drie zinnen met a lot of (gebruik een telbaar of ontelbaar zelfstandig naamwoord).