Context (wat is de situatie?)

Om te beginnen gaan we terug naar de Frans-Pruisische oorlog (ook wel de Frans-Duitse oorlog genoemd) van 1870. Duitsland bestond in deze tijd uit veel kleine staatjes, waarvan Pruisen de belangrijkste staat vormde. De minister-president van Pruisen was Otto von Bismarck, die van Duitsland een eenheid wilde maken. Het begin van deze eenheid was de Noord-Duitse bond tussen 22 Duitse staten, die in 1867 werd gesloten. Frankrijk was op dit moment het sterkste land in Europa en zag deze Duitse bond als een bedreiging. Daarom verklaarde Frankrijk in 1870 Pruisen de oorlog, maar werd al na een aantal veldslagen verslagen. Maar nog vernederender voor Frankrijk was het feit dat de Pruisische koning Wilhelm I in het paleis van Versailles tot keizer van het uitgeroepen Duitse Rijk werd benoemd. Daarnaast lijfde Duitsland de Franse provincies Elzas Lotheringen in, die enkele eeuwen eerder door de Fransen van Duitsland waren afgenomen.

Otto von Bismarck werd de rijkskanselier van het Duitse Keizerrijk. Hij was tevreden met de machtssituatie in Europa, maar zag wel dat Duitsland was omgeven door sterke mogendheden. Hij voerde daarom Realpolitiek, wat inhield dat hij het machtsevenwicht in Europa wilde handhaven door middel van het sluiten van allianties. Bismarck was daarom ook tegen imperialisme, omdat het conflicten met andere landen tot gevolg kon hebben.

In 1888 stierf Keizer Wilhelm I en kwam Wilhelm II op de troon. Hij begon een meer agressief buitenlands beleid te voeren, omdat hij van Duitsland een nog grotere mogendheid wilde maken. De Realpolitiek veranderde zo in de Weltpolitik, die gericht was op expansie. Omdat dit lijnrecht tegen de politiek van Bismarck inging, werd Bismarck ontslagen.