Een zakelijke brief:
Is officieel.
Richt zich tot iemand die je niet (goed) kent: een bedrijf, organisatie, gemeente of school.
Wordt gebruikt voor een vraag, klacht, of mededeling.
Heeft een vaste indeling.
Is kort, duidelijk, beleefd.
Bevat geen emotionele of informele taal.
Wanneer je een zakelijke brief schrijft, let je goed op hoe je dingen zegt. Je wilt duidelijk en beleefd overkomen.
Gebruik nette/formele taal
Bijvoorbeeld: “Ik zou graag willen vragen of…” in plaats van “Ik wil ff weten of…”
Spelling moet kloppen
Controleer je brief op spelfouten.
Goede, niet te lange zinnen
Houd je zinnen kort en overzichtelijk.
Maximaal 15 à 20 woorden per zin is mooi.
Wees duidelijk en precies
Zeg meteen waar het over gaat.
Geen vaagheden of omwegen.
Gebruik gewone, duidelijke woorden
Geen moeilijke of ouderwetse woorden als derhalve, teneinde of ondergetekende.
Afzender
Je eigen naam + adresgegevens.
Geadresseerde
Naam + adres van het bedrijf of persoon.
Plaats en datum
Voorbeeld:
Rotterdam, 20 maart 2025
Onderwerp
Voorbeeld:
Betreft: klacht van bank
Aanhef
Voorbeeld:
Geachte mevrouw/heer,
Kern (inhoud brief)
Stel jezelf voor.
Leg uit waarom je schrijft.
Geef details over de situatie.
Zeg wat je graag zou willen.
Gebruik alinea’s en witregels.
Afsluiting / slotzin
Voorbeeld:
Ik hoop op een spoedige reactie.
Afsluitende groet
Voorbeeld:
Met vriendelijke groet,
[witregel]
Jouw naam + achternaam
"Mijn naam is … Deze brief schrijf ik, omdat …"
"Ik hoop op een spoedige reactie."
"Met vriendelijke groet,"
Begin de brief nooit met "Hallo"!
Geen alinea’s gebruiken is fout – maak je tekst overzichtelijk met witregels.