De heer Jansen, 78 jaar, woont in een verpleeghuis omdat hij twee jaar geleden een CVA heeft doorgemaakt. Hij heeft sindsdien een slikstoornis, krijgt gemalen voeding en verdikte dranken voorgeschreven. Tijdens het avondeten in de gezamenlijke eetzaal wordt hij plotseling benauwd en grijpt hij naar zijn keel.
Uiterlijke verschijning:
Meneer zit rechtop, grijpt naar zijn keel en maakt piepende geluiden bij het ademhalen. Hij is zichtbaar in paniek en kan niet meer duidelijk spreken.
Observaties:
Hoorbare stridor bij inademing.
Cyanose rond de lippen.
Ineffectieve hoest; hij lijkt niet in staat het stuk voedsel uit te hoesten
De verzorgende vertelt dat meneer waarschijnlijk een stukje vlees niet goed heeft doorgeslikt.
Werk de bovenstaande casus uit volgens de SBAR- methode.