Iets kan wel of niet gebeuren. De kans dat het wel gebeurt,
kun je soms aangeven met een percentage.
Als het zeker is dat iets gebeurt, dan is de kans .
Voorbeelden
Je luistert naar het weerbericht.
De kans dat het morgen regent is .
De kans dat het morgen niet regent is dan .
Dan kun je kop of munt gooien. Er zijn dus twee mogelijkheden.
De kans op ‘kop’ is 1 op de 2, dus of als percentage 50%.
Voor de kans op ‘munt’ geldt hetzelfde.
Je gooit met een dobbelsteen.
De kans op een 'vijf' is