3.5: Nederland, de zee klopt op de voordeur

2.5 Hebben we vorige week behandeld. Daarin ging het over het gevaar van de zee, welke overstromingsrisico's we kennen in Nederland en hoe Nederland op verschillende manieren beschermt is tegen het water. Ook ging het over alle soorten en maten van polders die we kennen in Nederland.

Wat weet je hier nog van?

 

Klik op de link: Socrative
Classroom: MOED5512

Dit is een extra uitleg over 3.5.

Had je 1 of meer fout, lees dan nog even de tekst en maak de opdracht

Had je alles goed, dan mag je door. Je mag dan deze tekst en de opdracht skippen.

 

Aan de kust van Nederland vinden we een lange duinenrij, de zeereep. Deze is natuurlijk ontstaan. Soms worden er extra maatregelen genomen voor de versteviging van de zeewering. Dat kan doormiddel van harde en zachte kustwering. Zandsuppletie is een voorbeeld van zachte kustwering, daarbij wordt zand vanuit de bodem van de zee opgespoten langs de kust zodat de kustlijn breder wordt en de kans op een overstroming vertraagt wordt. Harde kustverdediging kan bijvoorbeeld worden gedaan aan de hand van het verzwaren van dijken. Bij dynamisch kustbeheer laat de mens de duinen en de natuur vooral zijn gang gaan. Natuurlijke processen zorgen hierbij voor de verdediging van het land tegen het water, Een groot voorbeeld hiervan is de Waddenzee. Dit is een getijdengebied waar eb en vloed de waterspiegel regelen, de natuur wordt hier met rust gelaten.

In Nederland kennen we ook veel polders, een polder is een stuk land beschermt en omringt door dijken. We kunnen vier polders onderscheiden: Zeepolders, veenpolders, droogmakerijen en de IJsselmeerpolders. De eerste is de zeepolder, Deze polder ontstaat na de indijking van vroeger aangeslibt land, ook wel een kwelder genoemd. Na de indijking van het gebied is het beschermd tegen water van bijten af en kunnen mensen er wonen. We vinden deze polders vooral in de provincies Zeeland, Friesland en Groningen dicht bij de zee. de tweede polder is de veenpolder, deze polder ontstaat in een veengebied waarin sloten zijn gegraven en mensen vroeger het veen uit de grond haalden als brandstof. Veenpolders vinden we vooral in het Groene Hart tussen alle grote steden. De derde is de droogmakerij. Dit waren vroeger plassen en meren die door gemalen zijn leeggepompt en mensen nu kunnen wonen. Voorbeelden hiervan zijn het Haarlemmermeer en de Beemster. De laatste soort polders zijn de IJsselmeerpolders, dit zijn hele grote droogmakerijen, stukken drooggeld land in de vroegere Zuiderzee. Dit is bijvoorbeeld Flevoland.