
Aan het einde van dit thema kan ik:
bepalen of twee figuren gelijkvormig zijn;
zelf een vergroting van een gegeven figuur tekenen;
vier transformaties herkennen en benoemen (vergroting, verschuiving, spiegeling en draaiing);
deze transformaties zelf uitvoeren;
in patronen en structuren de transformaties herkennen en benoemen;
zelf een patroon afmaken of ontwerpen.