Deze module is deels methode-vervangend.
Hieronder staat een overzicht welke kerndoelen en SLO-leerlijnen er in de module behandeld wordt.
Kerndoelen
De leerlingen werken aan VO-kerndoelen uit Biologie, Mens en Natuur, Natuur-Scheikunde 1 en Techniek:
VO Kerndoel 28 - De leerling leert vragen over onderwerpen uit het brede leergebied om te zetten in onderzoeksvragen, een dergelijk onderzoek over een natuurwetenschappelijk onderwerp uit te voeren en de uitkomsten daarvan te presenteren.
VO Kerndoel 29 - De leerling leert kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in sleutelbegrippen uit het gebied van de levende en niet-levende natuur, en leert deze sleutelbegrippen te verbinden met situaties in het dagelijks leven.
VO Kerndoel 31 - De leerling leert o.a. door praktisch werk kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in processen uit de levende en niet-levende natuur en hun relatie met omgeving en milieu.
VO Kerndoel 32 - De leerling leert te werken met theorieën en modellen door onderzoek te doen naar natuurkundige en scheikundige verschijnselen als elektriciteit, geluid, licht, beweging, energie en materie.
VO Kerndoel 33 - De leerling leert door onderzoek kennis te verwerven over voor hem relevante technische producten en systemen, leert deze kennis naar waarde te schatten en op planmatige wijze een technisch product te ontwerpen en te maken.
VO Kerndoel 34 - De leerling leert hoofdzaken te begrijpen van bouw en functie van het menselijk lichaam, verbanden te leggen met het bevorderen van lichamelijke en psychische gezondheid, en daarin een eigen verantwoordelijkheid te nemen.
Leerdoelen Natuur en Scheikunde 1 en Techniek
Verder werken de leerlingen in de lessen aan verschillende leerdoelen binnen het vak Natuur en Scheikunde 1 en Techniek.
NaSk1– vmbo-bb onderbouw |
NaSk1– vmbo-kb onderbouw | |
Bouw van stoffen |
Je herkent de verschillende fasen van stoffen aan de hand van de manier en mate van beweging van moleculen. |
Je beschrijft de verschillende fasen van stoffen aan de hand van de manier en mate van beweging van moleculen. |
Je herkent dat een molecuul het kleinste deeltje is dat nog de eigenschappen van een stof heeft en is opgebouwd uit atomen. |
Je beschrijft dat een molecuul het kleinste deeltje is dat nog de eigenschappen van een stof heeft en is opgebouwd uit atomen. |
|
Materiaal-eigenschappen |
Je beschrijft stoffen aan de hand van de stofeigenschappen kleur, geur, oplosbaarheid in water, elektrische geleiding, kookpunt, en smeltpunt. |
Je herkent stoffen aan de hand van de stofeigenschappen kleur, geur, oplosbaarheid in water, elektrische geleiding, kookpunt, en smeltpunt. |
Je beschrijft dat faseovergangen van stoffen kunnen worden veroorzaakt door verwarmen of afkoelen. |
Je herkent dat faseovergangen van stoffen kunnen worden veroorzaakt door verwarmen of afkoelen. |
|
Je beschrijft welke gevaren het gebruik van bepaalde stoffen met zich meebrengt en herkent hoe deze gevaren worden aangegeven op pictogrammen en etiketten, zoals mate van brandbaarheid, giftigheid, explosiviteit. |
Je noemt welke gevaren het gebruik van bepaalde stoffen met zich meebrengt en herkent hoe deze gevaren worden aangegeven op pictogrammen en etiketten, zoals mate van brandbaarheid, giftigheid, explosiviteit. |
|
Je beschrijft dat stoffen een verschillende dichtheid hebben. |
Je herkent dat stoffen een verschillende dichtheid hebben. |
|
Je beschrijft dat voorwerpen zinken, zweven of drijven aan de hand van de dichtheid van stoffen. |
Je herkent dat voorwerpen zinken, zweven of drijven aan de hand van de dichtheid van stoffen. |
|
Je beschrijft stoffen aan de hand van de mate warmtegeleiding en brandbaarheid. |
Je herkent stoffen aan de hand van de mate warmtegeleiding en brandbaarheid. |
|
Je beschrijft de productie van drinkwater uit grondwater en oppervlaktewater, hoe dat dit water wordt gezuiverd en wordt getransporteerd door waterleidingen. |
Je herkent de productie van drinkwater uit grondwater en oppervlaktewater, dat dit water wordt gezuiverd en wordt getransporteerd door waterleidingen. |
|
Techniek – vmbo-bb onderbouw |
Techniek – vmbo-kb onderbouw |
Ontwerpproces |
Je herkent de werkwijze en het gebruik van hulpmiddelen en materialen om tot de oplossing van een technisch probleem te komen. |
Je licht toe de werkwijze en het gebruik van hulpmiddelen en materialen om tot de oplossing van een technisch probleem te komen. |
Ontwerpprobleem |
Je krijgt een ontwerpopdracht van de begeleider en kan deze ontwerpopdracht in eigen woorden weergeven. |
Je schrijft bij een gegeven ontwerpprobleem op wat de functie is van het ontwerp, met ondersteuning van de begeleider. |
Ontwerpvoorstel |
Je combineert deeluitwerkingen tot één ontwerpvoorstel. |
Je combineert deeluitwerkingen tot één ontwerpvoorstel. |
Realisatie |
Je maakt op basis van de aangereikte materialen, de handleiding en de gegeven (meet)gereedschappen, een prototype of model. |
Je maakt een prototype of model en kiest daarbij zelf de materialen en (meet)gereedschappen |
Testplan |
Je vertelt een testplan in eigen woorden. |
Je stelt een testplan op op basis van enkele eisen. |
|
Je test een tweetal eisen met behulp van een testprogramma. |
Je voert het testplan uit. |
|
Je brengt één verbetervoorstel onder woorden. |
Je zet enkele verbetervoorstellen op papier eventueel met schetsen). |
Presentatie |
Je bereidt een presentatie voor |
Je bereidt een presentatie voor met daarin de resultaten van het testplan. |
|
Je voert een presentatie uit, waarin Je vertelt over de opbrengst en het proces. |
Je voert een presentatie uit, waarin Je vertelt over de opbrengst en het proces. |
Reflectie |
Je vertelt hoe het ontwerpproces is verlopen aan de hand van het rapport. |
Je beoordeelt met behulp van het rapport hoe het ontwerpproces is verlopen. |
|
Je benoemt bij het ontwerpen wat je sterke en zwakke punten zijn. |
Je benoemt wat je sterke en zwakke punten zijn bij de fasen van de ontwerpcyclus. |
Leerdoelen Onderzoekend Leren
De leerlingen werken volgens de stappen van de onderzoekscyclus, zoals ook uitgewerkt voor het thema Wetenschap en Technologie door SLO.
Bij W&T-onderwijs leren leerlingen antwoorden (onder)zoeken op vragen en oplossingen bedenken voor problemen. Al doende leren leerlingen het onderzoeks- en ontwerpproces te hanteren en zich denkwijzen eigen te maken.
Leerdoel: De leerling kent de stappen die horen bij de onderzoekscyclus en kan deze toepassen bij het uitvoeren van een onderzoek aan een object (geschreven bron, organisme, persoon, voorwerp), een verschijnsel of een situatie
De leerling leert:
de ontwerpcyclus zelf toe te passen om een probleem op te lossen.
onderzoeken uit te voeren en de opgedane kennis toe te passen in hun ontwerp.
het belang van een goede evaluatie van hun werk.
Houding
Deze module draagt bij aan een nieuwsgierige, onderzoekende en probleemoplossende houding bij leerlingen door gebruik te maken van de didactiek van ontwerpen in combinatie met het doen van onderzoek. Daarnaast brengt het leerlingen kennis bij over de wereld van wetenschap en technologie. Het hebben van basiskennis over een onderwerp wakkert de interesse verder aan en zorgt dat de leerling meer wil weten.
Zelfvertrouwen
Leerlingen ervaren zelf hoe het is om onderzoek te doen en iets te ontwerpen en maken. Ze lossen samen met hun klasgenoten een echt probleem op. Ze ervaren dat er verschillende oplossingen voor een probleem zijn en dat verschillende (al dan niet eigen) talenten hieraan een bijdrage leveren. Dat geeft zelfvertrouwen.