Wanneer je informatie gebruikt die is gegenereerd door GenAI, moet je hier zowel in de tekst als in de literatuurlijst naar verwijzen. Er zijn verschillende mogelijkheden om te laten zien waar en hoe je gebruikt hebt gemaakt van AI.
Benoem het gebruik van AI in de tekst.
Bijvoorbeeld: ‘Bij het schrijven van dit werkstuk heb ik gebruikgemaakt van ChatGPT (OpenAI, 2025) ter ondersteuning bij het structureren van paragrafen en het herformuleren van enkele zinnen. De uiteindelijke inhoud is door mij gecontroleerd en aangepast.’
Of: ‘Voor het genereren van voorbeeldvragen en het samenvatten van literatuur heb ik gebruikgemaakt van een generatieve AI-tool. Alle bronnen zijn door mij handmatig gecontroleerd.’
Zet het in een voetnoot.
Bijvoorbeeld: ‘De eerste versie van paragraaf 3 is gegenereerd met behulp van ChatGPT. Deze tekst is vervolgens herschreven en aangevuld op basis van eigen analyse.’
Voeg een korte AI-verantwoording toe aan het eind van je werkstuk.
Bijvoorbeeld: ‘Voor dit werkstuk is gebruikgemaakt van ChatGPT (OpenAI, 2025) ter ondersteuning bij het brainstormen over structuur en het herformuleren van enkele alinea’s. De inhoud is kritisch beoordeeld en aangepast door de auteur.’
In de literatuurlijst.
In de literatuurlijst vermeld je welke AI tool je hebt gebruikt. De maker van de AI tool wordt beschouwd als de auteur, als de datum vermeld je het jaar waarin de versie die je hebt gebruikt is uitgekomen en als titel vermeld je de naam van de tool.
Voorbeeld literatuurlijst APA-stijl:
Ontwikkelaar. (jaar). Naam van de AI tool (nummer of datum versie)[Large language model]. URL.
OpenAI. (2025). ChatGPT (Mar 14 version) [Large language model]. https://chatgpt.com/chat.
Docenten kunnen extra informatie van je vragen over jouw gebruik van GenAI. Bijvoorbeeld: een uitleg van wat je hebt gedaan, waarom je deze specifieke tool hebt gebruikt, of een link naar het gespreksverslag.