Materiaal

Bij het injecteren gebruik je materiaal om de medicijnen klaar te maken (om ze op te lossen en/of te verdunnen) en om ze toe te dienen.

 

Spuiten

Er bestaan verschillende typen spuiten. Voor injecteren gebruik je over het algemeen wegwerpspuiten voor eenmalig gebruik. Er zijn verschillende maten. Veelgebruikte maten zijn 1 ml, 2 ml, 5 ml, 10 ml, 20 ml, 30 ml, 35 ml, 50 ml en 60 ml.

Spuiten zitten per stuk verpakt en zijn steriel. Deze spuiten zijn voor eenmalig gebruik. Je hoeft de medicatie niet steriel op te trekken, wel doe je dit zo schoon mogelijk. Dit noem je aseptisch werken.

Spuiten kunnen een draai-aansluiting (luerlock) hebben of een tip. Hier bevestig je de naalden op. Dit bevestigingspunt van de spuit wordt de conus genoemd. Bij een luerlock-aansluiting wordt de naald dus op de conus gedraaid. Hiermee voorkom je dat de naald van de spuit af schiet.

Kant-en-klare spuiten zijn spuiten die worden geleverd met de juiste hoeveelheid medicijnen al in de spuit. In deze spuiten zit altijd een luchtbel. Je hoeft deze spuiten niet te ontluchten voor je ze gebruikt.

 

 

Naalden

Bij het toedienen van injecties en het opzuigen van injectievloeistoffen gebruik je wegwerpnaalden. Er bestaan naalden in verschillende lengtes en diktes.

Je maakt de injectienaald via de conus aan de spuit vast. Het voorkomt lekken tussen de spuit en de naald. De kleur van de conus geeft de diameter van de naald aan. Hierover zijn internationaal afspraken gemaakt. De kleur zegt niets over de lengte van de naald. In de meeste ziekenhuizen is van een bepaalde kleur naald maar één lengte beschikbaar. Dit voorkomt verwarring.

Voor subcutane injecties bij volwassenen gebruik je dunne korte naalden, bijvoorbeeld van 0,6 x 25 mm (diameter x lengte). Dit zijn blauwe naalden.

Voor intramusculaire injecties bij volwassenen gebruik je iets dikkere en langere naalden, bijvoorbeeld van 0,8 x 38-40 mm (diameter x lengte). Dit zijn groene naalden.

De diameter van de naald kan ook worden uitgedrukt in Gauge (G). Hoe groter de diameter, hoe kleiner het aantal Gauge.

Veiligheidsnaalden zijn naalden met een beschermingsmechanisme. Deze naalden hebben bijvoorbeeld een beschermkapje. Dat kun je na gebruik over de naald heen klappen. Zo verklein je het risico om jezelf te prikken.

 

 

Naaldencontainer

Na gebruik moet je losse naalden altijd in een naaldencontainer weggooien. Naaldencontainers zijn gemaakt van hard plastic. Je moet ze goed afsluiten en op een veilige plaats opbergen. Op de naaldencontainer staat altijd een lijn. Je mag de container nooit vullen tot boven de lijn. Als je dat wel doet, kan de volgende die een naald weg wil gooien zich prikken. Wanneer de naaldencontainer vol zit, sluit je deze goed af en wordt deze verwijderd via het chemisch afval.