Lesdoelen
Aan het einde van opdracht 3...
1. Begrijp je het verschil tussen weer en klimaat en kun je een klimaatgrafiek aflezen en invullen.
2. Weet je dat de breedteligging invloed heeft op de temperatuur.
3. Weet je dat de hoogte van het landschap invloed heeft op de temperatuur.
4. Weet je wat een klimaatgebied is en welke klimaatgebieden op lage, gematigde en hoge breedte liggen.
5. Begrijp je waarom er verschillende plantenzones zijn vanaf de evenaar naar de polen en kan je benoemen welke dat zijn.