Les 1 – Energie-inname en Energiebehoefte
Lesdoel: Aan het einde van de les kunnen leerlingen:
Uitleggen wat energie is en in welke eenheden het wordt gemeten.
Beschrijven hoe het lichaam energie uit voeding haalt.
Uitleggen wat basisstofwisseling is.
Een schatting maken van hun eigen energiebehoefte.
1. Wat is energie?
Energie is nodig voor alle processen in het lichaam.
Eenheden: kilocalorieën (kcal) en kilojoules (kJ)
(1 kcal = 4,18 kJ)
2. Hoe haalt het lichaam energie uit voeding?
Koolhydraten (4 kcal/gram): energie.
Vetten (9 kcal/gram): energiereserve, brandstof.
Eiwitten (4 kcal/gram): bouwstof en energiebron.
3. Basisstofwisseling en energieverbruik
Basale stofwisseling (BMR) = energie die je lichaam nodig heeft in rust (ademhaling, hartslag, lichaamstemperatuur).
Activiteiten zoals lopen, fietsen of sporten verhogen je energieverbruik.
4. Je eigen energiebehoefte berekenen
Totale energiebehoefte = BMR + energieverbruik bij activiteit.
Gebruik de formule van Harris-Benedict, zie werkblad).
⚠️ Belangrijke nuance: De uitkomst van zo'n formule is altijd een schatting, geen exacte waarde. Ieder lichaam is anders, en factoren zoals spiermassa, slaap, stress of ziekte kunnen het energieverbruik beïnvloeden. Het is dus belangrijk dat leerlingen begrijpen dat dit een hulpmiddel is, geen vaststaand getal.
1. Klassikale uitleg (10 min)
Introductie met voorbeelden: "Waar haal jij je energie vandaan?"
Laat energiewaarden zien van een banaan, een boterham en een zak chips (visueel of met echte verpakkingen).
2. Rekenactiviteit (20 min)
Leerlingen berekenen hun eigen energiebehoefte.
Optie 1 (eenvoudig): Gebruik een tabel met gemiddelde waarden.
Optie 2 (voor havo/vwo): Laat leerlingen zelf een formule invullen (zoals de Mifflin-St Jeor-formule).
Geef een voorbeeldformulier mee om het overzichtelijk te maken.
Geef expliciet aan dat het een schatting is en geen precieze berekening.
3. Klassikale bespreking (10 min)
Welke factoren hebben invloed op je energiebehoefte?
(leeftijd, geslacht, gewicht, spiermassa, activiteitenniveau)
Laat leerlingen hun resultaten vergelijken en bespreken waar de verschillen vandaan komen.
Voedingsdagboek
Houd één dag bij wat je eet en drinkt. Noteer per product:
Hoeveelheid
Berekening van de energie-inname (kcal of kJ)
Gebruik:
Voedingsapp (zoals MijnEetmeter)
Of lees voedingsetiketten op verpakkingen
Bespreek in de volgende les of je energie-inname past bij je berekende behoefte.
