Brons |
|
| Eindtermen |
0 Ik kan uitleggen waarvoor ik energie nodig heb. 0 Ik kan benoemen welk eten veel energie bevat. 0 Ik kan beschrijven of je voor mijn sport veel of weinig energie nodig bent. 0 Ik weet of ik voldoende energie eet.
|
|
- Leerlingen zoeken uit wat energie in eten is en waarvoor je het nodig hebt. - Ze delen de informatie met klasgenoten (woordweb) - Aan de hand van een quiz evalueren of het leerdoel gehaald is. Voorbereidingsopdracht: Kijk thuis in de kast naar voedingsmiddelen en schrijf op hoeveel energie ze bevatten.(Minimaal 15 voedingsmiddelen) Les 2: - Hang een waslijn op in het lokaal. Je hangt van links (veel energie) naar rechts (weinig energie) de producten op met een post-it. - Maak een top 5 van producten die je nu nog niet zo veel eet en die je vanaf vandaag wel van plan bent om te gaan eten. - Bespreek met je buurman de top 5, vergelijk de antwoorden en bevraag elkaar waarom je daar voor hebt gekozen. Les 3: - Kaartjes maken met 10 sporten en 1 blanco kaartje voor het geval je eigen sport er niet tussen zit. Je legt de kaartjes op volgorde van hoeveel energie de sport kost (individueel). - Peer assesment: je gaat met een klasgenoot in gesprek en legt aan elkaar uit waarom bij jou de volgorde op die manier is. Probeer samen tot een gezamenlijke volgorde te komen. |
|
Wanneer?Onderbouw klas 1 Periode B |
|