- Lichaamstemperatuur regelen
- Stoffen uitscheiden
- Gevoelsprikkels opvangen
- Bescherming
- Vet opslag
- Vormen van vitamine D
Een menselijk lichaam heeft een kerntemperatuur van gemiddeld 37 ºC en een schiltemperatuur van gemiddeld 33 ºC. De temperatuur van de lever is wel weer iets hoger, omdat die een hoge stofwisselingsactiviteit heeft. De lever is soort van de kachel van het lichaam. Door middel van het bloed wordt de warmte vanuit de lever verspreidt naar de rest van het lichaam.
Het lichaam heeft warmteoverdracht door: warmte uitstraling, warmtegeleiding, verdamping en luchtstroming. Als je lichaam te warm wordt, is verdamping van zweet de meest effectieve manier om die warmte kwijt te raken. Door het verwijden of vernauwen van bloedvaten stroomt er meer of minder bloed doorheen en dan kan het lichaam ook meer of minder warmte kwijt door warmte-uitstraling
De huid scheidt vocht uit in de vorm van zweten. In transpiratievocht zitten zouten en afbraakproducten. De belangrijkste functie van zweetklieren is het regelen van de lichaamstemperatuur.
In de huid ligt een groot aantal zenuwuiteinden. Door deze zenuwuiteinden kun je warmte, kou, pijn en drukprikkels voelen.
Lichaam beschermen tegen schadelijke invloeden van buitenaf, zoals schadelijke stoffen, bacteriën, zonnestralen of een ongewenst contact met een voorwerp.
Vet opslaan in het onderhuids bindweefsel. Dit vet dient als een reserve voor het lichaam.
Vitamine D helpt bij afzetting van kalkzouten in groeiend botweefsel. Vitamine D ontstaat onder invloed van ultraviolette straling van het zonlicht. Ook voegen ze vitamine D toe aan sommige voedingsmiddelen zoals margarine.