Hoe houdt OL verband met ons natuurwetenschappelijk curriculum?

Een groot aantal docenten ervaart spanning tussen het gebruiken van een onderzoekende aanpak in de les en het volgen van het curriculum. Ons argument is echter dat OL belangrijk is omdat het de nadruk legt op de processen van het wetenschappelijk denken, wat in de meeste landen gepromoot wordt.

Tool IJ-1: De potentie van OL om aan de huidige eisen van het curriculum te voldoen

Deze tool bevordert reflectie op de huidige lesgeefpraktijk van de docent en analyseert welke leermethodes het best recht doen aan de huidige didactische vraag. Docenten zullen de huidige trends in het natuurwetenschappelijk onderwijs bespreken vanuit een internationaal en nationaal perspectief, waarbij ze extra aandacht besteden aan de kennis, vaardigheden en waarden waarvan wij verwachten dat leerlingen die leren in het natuurwetenschappelijk onderwijs

Tool IJ-2: OL, onderzoekende vaardigheden en de aard van natuurwetenschappen

Deze tool bevordert reflectie onder docenten over de doelen van natuurwetenschappelijk onderwijs. De nadruk zal vooral liggen op de behoefte om individuen de kans te geven niet alleen de producten te begrijpen, maar ook de natuurwetenschappelijke processen. Het zal ze in staat stellen om de waarde en validiteit van natuurwetenschappelijke kennis te waarderen en betrokken te zijn bij de vele onderwerpen die je tegenkomt in de hedendaagse maatschappij. Docenten bespreken de potentie van OL om leerlingen te introduceren in de natuurwetenschappelijke processen, een adequaat beeld van natuurwetenschappen te bevorderen en de ontwikkeling van procesvaardigheden en kritisch denken de kans te geven. Zulke leeropbrengsten zijn te vinden in het merendeel van de nationale natuurwetenschappelijke curricula.

Tool IJ-3: De potentie van OL om essentiƫle vaardigheden te bevorderen

Dit is een korte bespreking met de hele groep over het gebruik van OL in de natuurwetenschappelijke les

Over dit initiatief   |  Uitgebreid zoeken  |  Showcase  |  Archief  |  Subsets
 
Copyright Freudenthal Instituut, Universiteit Utrecht
  Universiteit Utrecht