Bouw. Een huis is geen kaartenhuis



Dit is materiaal uit de uitgave: Van der Linden, J., De Vet, L., Schepers, L., & Verhage, H. (1992). Wiskunde en werk. Lesmateriaal vanuit de beroepspraktijk. Utrecht: Werkgroep Vrouwen en Wiskunde.

Uit het voorwoord van Ginjaar-Maas:.Het boek dat voor u ligt, laat zien dat wiskundige kennis van belang is voor een scala van beroepen die niet direct liggen in de sfeer van technische en exacte sectoren. Wist u dat wiskundige kennis van pas komt bij werk als beeldhouwen, patroon tekenen, tuinarchitectuur, verffabricage, verloskunde etc. Leerlingen maken in dt werkboek kennis met diverse aspecten uit de bouw; leren eenvoudige bouwberekeningen uit te voeren; leren de volgende begrippen: in verstek zagen, de onvervormbaarheid van de driehoek, de 3-4-5 steek, de koppenmaat; de hart-op-hart maat, het porringspunt in een boog constructie.

Interview:
Cora van Wittmarschen is timmervrouw.

Beroep:
Timmerkracht; metselaar; natuursteenbewerker; tegelzetter; betonmodelmaker; medewerker woningbouwvereniging; bouwkundig opzichter; architect; stedebouwkundige.

Werkboek:
1. Wiskunde in de bouw
2. Op de bouwplaats
3. De eerste verdieping
4. De afwerking

Bron:
1992_ww_04_bouw.pdf
Over dit initiatief   |  Uitgebreid zoeken  |  Showcase  |  Archief  |  Subsets
 
Copyright Freudenthal Instituut, Universiteit Utrecht
  Universiteit Utrecht