Achteruitkijkspiegels

Beschrijving van de activiteit

Bèta Talenten van Jonge Kinderen - Activiteit 8 Natuurkundige systemen Optica

In deze activiteit wordt onderzoek gedaan met spiegels om de kijkrichting te manipuleren. Als je iets wil zien, moet je er naar kijken. Sommige dingen kun je niet rechtstreeks zien, omdat je je ogen er niet op kunt richten. De spiegel is een hulpmiddel dat gebruikt kan worden om dergelijke voorwerpen toch te zien. Het manipuleren met een spiegel om de waarneming te vergroten, is een bron voor onderzoek. In deze activiteit wordt aan het kind het probleem voorgelegd hoe je een sticker kunt zien die achter op je rug geplakt zit. De activiteit start met de vraag of je jezelf kunt zien. Dit is de aanleiding voor het gebruik van een spiegel. De vraag om achter op je rug te kijken leidt tot manipulaties met de spiegel om de grenzen van het waarnemingsveld te bepalen. Als het kind geen mogelijkheden meer ziet, biedt de onderzoeker een tweede grote spiegel aan die achter het kind gepositioneerd wordt. In deze spiegel kan het kind de sticker zien. De vraag of je kijkend in de kleine spiegel de sticker kunt zien, leidt tot nieuwe onderzoeksactiviteiten in het waarnemingsveld van het kind.
Over dit initiatief   |  Uitgebreid zoeken  |  Showcase  |  Archief  |  Subsets
 
Copyright Freudenthal Instituut, Universiteit Utrecht
  Universiteit Utrecht