Tolkenprobleem

Tolkenprobleem

De Europese Unie (EU) bestaat op dit moment (maart 2004) uit 15 lidstaten. Bij vergaderingen in het Europese Parlement heeft ieder lid het recht om in zijn/haar eigen taal te spreken en te luisteren. Dit recht wordt het hart van de democratische legitimiteit van het parlement genoemd. Om dit recht voor alle leden te verwezenlijken wordt tijdens vergaderingen met tolken gewerkt. De 15 lidstaten hebben in totaal 11 officiële talen. Omdat een tolk doorgaans lang niet alle 11 talen beheerst, zul je begrijpen dat er nogal wat tolken nodig zijn. Immers: er moet in elke officiële taal gesproken kunnen worden en er moet ook naar elke officiële taal vertolkt worden. Als de uitbreiding van de Europese Unie van dit jaar met 10 lidstaten een feit wordt, en daarmee het aantal officiële talen met 9 toeneemt tot 20, wordt het aantal vertolkingen natuurlijk ook enorm uitgebreid.

Opdracht 4
Geef een advies hoe de problemen met het vertolken, die ontstaan bij deze uitbreiding en eventuele andere uitbreidingen van de EU in de toekomst, volgens jullie het beste aangepakt kunnen worden. Onderbouw dit advies. Gebruik de resultaten van de opdrachten 1, 2 en 3. Voorbeelden zijn vaak handig om je advies te verduidelijken.


Bron

English version
Over dit initiatief   |  Uitgebreid zoeken  |  Showcase  |  Archief  |  Subsets
 
Copyright Freudenthal Instituut, Universiteit Utrecht
  Universiteit Utrecht