 |
Computermodellen zijn vaak erg handig voor het beschrijven en onderzoeken van bewegingen met veranderlijke snelheid. Bijvoorbeeld bewegingen in de sport: de 100 m sprint, een marathon, een wielerkoers of een schaatswedstrijd. Eerst neemt de snelheid toe, daarna is de snelheid vrijwel constant en na de finish neemt de snelheid af. Die verschillen worden veroorzaakt door krachten, zoals de spierkracht, zwaartekracht en luchtwrijvingskracht. Sommige krachten zijn constant, zoals de zwaartekracht op een wielrenner tijdens het klimmen of afdalen in een bergetappe. Andere krachten zijn afhankelijk van de omstandigheden, zoals de luchtwrijvingskracht op een schaatser in een hoog- of laaggelegen ijsstadion.
Het lesmateriaal bestaat uit een werkboek, een softwarehandleiding en een aantal modellen. Het werkboek en de handleiding zijn beschikbaar als pdf bestand. Om de modellen te kunnen gebruiken moet je eerst Powersim op je computer installeren.
|
Universiteit Utrecht