|
|
|
Beschrijving van de activiteit
Er liggen zo?n 20 verschillende groentes en vruchten op tafel. Ook wat twijfelgevallen als een pompoen, tomaat, courgette, komkommer, avocado en/of kokosnoot.
De onderzoeker vraagt het kind om te sorteren, wat hoort bij elkaar en waarom. Het kind kiest zelf criteria om een eerste indeling te maken, bijvoorbeeld kleur, grootte, vorm en/of smaak. Daarna vraagt de onderzoeker wat er op de fruitschaal thuishoort en wat niet. Van belang zijn daarbij de argumenten die het kind daarvoor aandraagt.
De indeling in groente en fruit is niet eenduidig. Fruit is de (niet wetenschappelijke) verzamelnaam voor suikerhoudende eetbare vruchten. Een vrucht is het eetbare deel van een plant dat de zaden bevat. Groente is de verzamelnaam voor alle andere eetbare delen van planten. Het lijkt logisch, maar klopt niet altijd met de intuïtie.
Het is leuk en illustratief om vruchten (en groenten) open te snijden en (zo mogelijk) te laten proeven. Is de citroen nog steeds een vrucht?
De onderzoeker probeert de indeling van het kind ter discussie te stellen door vruchten of groenten aan te dragen die in meerdere klassen passen.
|
|