Overzicht hoofdstuk 4

Leerdoelen paragraaf 1

- je weet wat het verschil is tussen een open en een gesloten stroomkring

- je kan van een stof uitleggen of het een geleider of een isolator is

- je weet wat elektrische stroom is en je weet welke eenheid je gebruikt

- je kan een stroommeter aflezen

 

Leerdoelen paragraaf 2

- je kan verschillende spanningsbronnen opnoemen

- je weet wat elektrische spanning is en je weet welke eenheid je gebruikt

- je weet wat er gebeurt met een apparaat als de spanning te hoog is en te laag is

- je weet wat er gebeurt met de spanning als je spanningsbronnen achter elkaar zet in een stroomkring

 

Leerdoelen paragraaf 3

- je weet welke symbolen horen bij de volgende onderdelen: spanningsbron, schakelaar, draad, lamp

- je kan een schakelschema tekenen als je weet hoe e stroomkring er uit moet zien

- je weet wat een serieschakeling is en kan er een tekenen

- je weet wat een parallelschakeling is en kan er een tekenen

- je weet wat de voordelen zijn van een parallelschakeling

 

Leerdoelen paragraaf 4:

- je kan uitleggen wat elektrisch vermogen is

- je kan de formule gebruiken om elektrisch vermogen te berekenen

- je kan omrekenen tussen milliampère naar Ampère

- je kan omrekenen tussen kilovolt en Volt

 

Leerdoelen hoofdstuk 4 nask