
Vanaf het vertrek van de Fransen in Nederland komt de familie Van Oranje weer terug in Nederland. Er komt een sterk land aan de noordkant van Frankrijk dat Nederland en België samenvoegt tot één rijk. Er komt een nieuwe koning, koning Willem I. Er lijkt niks veranderd...
1814
Er komt toch een Grondwet, de basis van de grondwet zoals we dat vandaag kennen. De koning heeft nog alle macht, maar hierin staat onder andere de oprichting van onze Staten-Generaal, wat wij kennen als het parlement of de Eerste en Tweede Kamer. Ook komen de eerste vrijheden, zoals de vrijheid van pers geregeld.
1830
België wordt onafhankelijk. Nederland en België gaan door als zelfstandige landen. Nederland krijgt de vorm die we vandaag de dag nog kennen als Nederland.
1848
Overal is Europa is het onrustig. Zo ook in Nederland. Koning Willem II vraagt zijn minister-president een nieuwe grondwet te schrijven. Thorbecke gaat hiermee aan de slag. Er komen grote veranderingen. De koning verliest zijn macht en dit gaat over naar de ministers en het parlement. Zij maken en controleren nu de wetten. De Tweede Kamer gaat verkozen worden, al mag een heel klein deel van Nederland stemmen. Mensen krijgen meer vrijheden, zoals de vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vereniging en vergadering.
1919
Steeds meer mensen mogen vanaf 1848 stemmen. In 1917 komt er een algemeen mannenkiesrecht. Vrouwen mogen nog niet gekozen worden. Dat komt pas twee jaar later. Vanaf 1919 is er dus een algemeen kiesrecht en mag elke Nederlander van boven de 18 stemmen.

Vakbonden
Ook via andere manieren probeert de mens steeds meer macht te krijgen. Arbeiders verzamelen zich in de 19de eeuw en komen steeds vaker in opstand tegen de fabriekseigenaren. Er ontstaat een nieuwe stroming, namelijk het communisme. Deze streven naar een opstand vanuit de arbeiders. Ze zouden met geweld de fabrieken in handen nemen en daarna zou er extreme gelijkheid ontstaan. Dit alles was het idee van Karl Marx, die dit opschreef in zijn boek Das Kapital.
De Opstand in Nederland kwam er nooit, maar na de Tweede Wereldoorlog kwamen er ook meer rechten voor werknemers. Er kwam een 8-urige werkdag, mensen kregen recht op pensioen en als ze ziek zijn dan kregen ze doorbetaald. Dit kwam door de invloeden van vakbonden (een vereniging van werknemers met hetzelfde beroep). Vandaag de dag worden er nog wel eens stakingen vanuit vakbonden georganiseerd. Dan hopen ze betere werkomstandigheden te krijgen.