Laadpalen worden steeds duurzamer, zowel in hoe ze worden gemaakt als in hoe ze worden gebruikt. Hieronder leggen we uit wat er nu al goed gaat en wat er in de toekomst nog beter wordt.
1. Materialen en productie:
2. Energieverbruik:
3. Gebruik van duurzame energie:
4. Langere levensduur:
5. Samen delen:
1. Volledig herbruikbare laadpalen:
2. Slimmere laadpalen:
3. Minder CO₂-uitstoot:
4. Nieuwe energiebronnen:
5. Slimme netwerken en modulaire ontwerpen:
De wet- en regelgeving rondom laadpalen in Nederland wordt beïnvloed door nationale en Europese richtlijnen, waarbij de NEN-normen een belangrijke rol spelen in de technische specificaties en veiligheidsvoorschriften. Hieronder een overzicht van de belangrijkste aspecten:
Nationaal beleid
Wet Voortgang Energietransitie (VET): Deze wet stimuleert de transitie naar duurzame energie, waaronder de uitrol van infrastructuur voor elektrische voertuigen (EV’s).
Elektriciteitswet: Regelt onder meer de levering van elektriciteit aan laadpalen en de status van laadpalen als energieleveranciers.
Gemeentelijk beleid: Gemeenten hebben vaak specifieke plannen en vergunningseisen voor de plaatsing van laadpalen op openbaar terrein.
Europees beleid
AFIR (Alternative Fuels Infrastructure Regulation): Een Europese verordening die eisen stelt aan de beschikbaarheid, toegankelijkheid en interoperabiliteit van laadpalen.
EU-Richtlijn 2014/94/EU: Richtlijn over infrastructuur voor alternatieve brandstoffen, met normen voor EV-laadstations.
De NEN-normen waar laadpalen in Nederland aan moeten voldoen, omvatten veiligheids-, installatie- en operationele eisen. Belangrijke normen zijn:
NEN 1010
Richtlijn voor de aanleg van elektrische installaties, inclusief laadpalen.
Behandelt veiligheidseisen zoals aarding, kabeldiameters, en overbelasting.
NEN-EN-IEC 61851-serie
Europese norm voor de functionaliteit en veiligheid van laadstations.
Behandelt de verschillende laadmodi (Mode 1 t/m 4) en communicatieprotocollen.
NEN-EN-IEC 62196
Bepaalt de standaarden voor stekkers en contactdozen van laadstations, zoals Type 2 (Mennekes) en CCS (Combined Charging System).
NEN 3140
Voorschriften voor het veilig werken aan of nabij elektrische installaties. Relevant voor onderhoud en reparatie van laadpalen.
NEN 4010
Specifieke norm voor de aanleg en inspectie van installaties in de gebouwde omgeving, waaronder laadpunten.
Veiligheid: Alle laadpalen moeten voldoen aan de veiligheidsvoorschriften van NEN 1010 en NEN 3140, met name rondom kortsluitbeveiliging en isolatie.
Interoperabiliteit: Dankzij EU-normen zoals IEC 62196 moeten laadpalen geschikt zijn voor gebruik door alle voertuigen, ongeacht het merk.
Data-uitwisseling: Slimme laadpalen moeten communiceren via protocollen zoals OCPP (Open Charge Point Protocol) en voldoen aan privacy- en dataveiligheidseisen.
Vergunningen: Openbare laadpalen vereisen vaak gemeentelijke goedkeuring en een netaansluiting van de netbeheerder.
Periodieke inspecties: NEN 3140 schrijft inspecties voor om te controleren of laadpalen nog aan de veiligheidseisen voldoen.
Bron:
WebSentiment B.V. (z.d.). EV Lesmateriaal: Educatie over elektrische voertuigen. https://evkenniscentrum.nl/. https://evkenniscentrum.nl/ev-lesmateriaal#themas