Behandeling van Angina pectoris

De behandeling van angina pectoris is afhankelijk van de ernst van de vernauwing en van het effect van eerdere  behandelingen. Er zijn 3 mogelijkheden;

 

Hieronder een korte uitleg van deze 3 vormen van behandeling;

Medicijnen verlagen de behoefte aan zuurstof van het hart. Het gaat hier specifiek om vaatverwijdende medicatie met daarin de werkzame stof nitroglycerine (nitraten). De nitroglycerinepreparaten werken vooral vaatverwijdend op het veneuze vaatsysteem (aderen die zuurstofarm bloed terugvoeren naar het hart). Deze vaatverwijdende medicatie bevordert de veneuze terugstroom naar het hart en de perifere arteriële (slagader buiten het hart) weerstand vermindert. Het hart hoeft hierdoor minder hart te werken en zal dus minder zuurstof nodig hebben. De klachten verdwijnen snel.

Wanneer medicamenteuze behandeling voor langere tijd noodzakelijk is schrijft de arts ook ander medicamenten voor zoals:

 

Dotter en stentbehandeling word toegepast als de medicamenteuze behandeling niet voldoende werkt. De vernauwde ader kan met een ballonnetje worden opgerekt zodat er weer ruimte is voor het bloed. Dit wordt ook een percutane coronaire interventie (PCI) genoemd.  

Hieronder afbeelding van dotteren/balonneren en stenten.

 

Bron afbeelding: www.bing.com/images

Het plaatsen van een stent is een buisvormig, verend hekwerkje dat in het bloedvat geplaatst wordt en zo de doorgang van het bloed openhoud.  

Bypassoperatie betekend letterlijk omleiding. Hierbij verwijdert men een gedeelte van een borst- of been ader van de patiënt. Het ene uiteinde van de uitgenomen ader wordt aangesloten op de aorta, het andere wordt achter de vernauwing van de kransslagader geplaatst. Zo krijgt het gedeelte van de hartspier achter de vernauwing rechtstreeks voldoende bloed aangeleverd via de aorta en is de vernauwing van de kransslagader omzeild.  

Bron theorie: www.hartstichting.nl