Aan boord hebben we het meestal niet over de snelheid van het schip maar over de vaart.
Afgekort met de kleine letter v.
(De afstand noemen we de Verheid, afgekort met de hoofdletter V.)
Om goed met de gegevens van een log om te kunnen gaan moeten we eerst onderscheid maken tussen diverse soorten vaart.
Als eerste hebben we de Vaart Over de Grond, Speed Over Ground.
Dat is de de vaart die we over de wereldbol, dus ten opzichte van de zeebodem, afleggen.
Die kan ten gevolge van stroom en wind behoorlijk verschillen van de Vaart door het Water, Speed through Water.
Als mijn schip 10 knopen vaart en ik krijg ook nog eens 10 knopen stroom mee is mijn vaart over de grond maar liefst 20 knopen.
Immers; de stroom duwt mij ook nog eens met 10 knopen vooruit.
De vaart door het water is echter nul.
Zou ik een blokje hout overboord gooien dan blijft die naast het schip liggen.
Draaien we het om, en varen we tegen de stroom in, dan duwt de stroom juist tegen de boeg van het schip.
Dan wordt de vaart door het water juist 20 knopen.
De vaart over de grond wordt echter nul.
Ook iets waar je met elektronische loggen rekening moet houden, afhankelijk van hoe hij ingesteld staat.
(Daar gaan we verderop nog op in.)