Voor een goede navigatie is het een noodzaak om onze snelheid te weten.
Dat was vroeger best wel een uitdaging.
Zo werd bijvoorbeeld ooit iets drijvends bij de boeg in het water gegooid en telde men de tijd wanneer het de kont passeerde.
De scheepslengte was uiteraard bekend en hiermee kon de snelheid uitgerekend worden.
("Gissen buitenboord")
Ook werd men door ervaring aardig bedreven in het schatten van de snelheid door naar het water te kijken.
Soms waren er vaste punten aan de kust te zien waartussen de exacte afstand bekend was.
Door de tijd op te nemen tussen de passage van punt 1 en punt 2 kon de snelheid berekend worden.
("Gemeten Mijl")
Later gooide men een zwaar, maar drijvend voorwerp overboord (bijvoorbeeld een groot stuk hout) met daaraan een lijn waarin om de vijf of tien meter knopen zaten.
Een ander telde, bijvoorbeeld tot 30, en het aantal knopen dat gedurende die tijd door de vingers schoot was een maat voor de snelheid.
Deze eenheid gebruiken we nu nog.
Let op: Een knoop is 1 mijl/uur.
Zeg dus nooit dat je zoveel knopen per uur vaart, want dan ben je aan het versnellen:
kn/u/u.
knopen per uur, per uur.
Daarna heeft men lange tijd gebruik gemaakt van een sleeplog.
Een hele doos vol met een vin die aan een lijn vastgemaakt zat aan een mechanische klok.
De buitenste ring telde de afgelegde mijlen in een etmaal.
De linker kleine wijzer de hele mijlen/uur en de rechterwijzer de tiende knopen.
De vin ging door de snelheid van het schip draaien waardoor de wijzertjes aangedreven werden.
https://www.youtube.com/shorts/Frx_0mLJEHI?feature=share
Het geheel hing dus dag en nacht achter het schip en werd aan het eind van de ochtendwacht (op de middag) afgelezen.)
Nadeel van dit systeem was dat het mechanisch was, dus verliezen, en dat het reageert op stroom.
Of die nu mee of tegen is.
Ook is menig log verloren gegaan omdat men die bij het binnenvaren van de haven vergat hem aan dek te halen.
Maar het werkte prima, en het is dan ook nog lange tijd verplicht geweest er eentje aan boord te hebben als back-up.
Met de komst van elektronische loggen, waar we het hier over gaan hebben, en GPS is het apparaat eigenlijk overbodig geworden.
Solozeilers willen hem nog wel eens gebruiken omdat het geen stroom gebruikt.
Waar een log ook heel goed voor gebruikt kan worden is het meten van de afgelegde afstand, de verheid.
Dat kan bijvoorbeeld heel goed gebruikt worden om te zien of je al bij een bepaald punt bent:
Van A naar B is het bijvoorbeeld tien mijl.
Op het log kun je dan zien of je al bijna bij het punt bent.
Op punt B reset je het log weer en kun je het naar punt C in de gaten houden etc.
Ook wordt het log gebruikt voor de afgelegde afstand in 24h om zo de gemiddelde snelheid bij te houden.
Deze informatie gebruik je dan weer voor de ETA, maar de MK kan er bijvoorbeeld ook mee uitrekenen wat het verbruik is per afgelegde mijl.
Al met al is het log, zij het een moderne of een ouderwetse, dus een belangrijk instrument.