4. Ziekteverloop

De ziekte van Parkinson is een aandoening die in de loop van de tijd erger wordt. Het verloop verschilt per persoon, maar meestal wordt het ingedeeld in vijf fasen, volgens de Hoehn en Yahr-schaal (zie afbeelding).

Illustratie: Parkinson's NSW

 

Fase 1: Symptomen aan één kant van het lichaam (de unilaterale fase)
De symptomen beginnen aan één kant van het lichaam, zoals trillen of stijfheid. In deze fase kunnen mensen met de juiste zorg een normaal leven leiden.

Fase 2: Symptomen aan beide kanten van het lichaam (De bilaterale fase)
De klachten breiden zich uit naar beide zijden van het lichaam. Het wordt moeilijker om de symptomen te verbergen door alleen de 'gezonde' kant te gebruiken.

Fase 3: Problemen met evenwicht (De evenwichtsfase)
Symptomen worden ernstiger en balansproblemen komen voor, wat het moeilijker maakt om dagelijkse taken uit te voeren. Het gebruik van hulpmiddelen kan nodig zijn.

Fase 4: Afhankelijk van anderen (De afhankelijks fase)
De patiënt heeft meer hulp nodig bij dagelijkse activiteiten en wordt afhankelijker van anderen.

Fase 5: Volledige afhankelijkheid (Invaliderende fase)
De patiënt heeft voortdurend hulp nodig bij alles, kan niet meer lopen zonder hulp en moet vaak in bed of in een rolstoel zitten. Medicijnen werken minder goed en het bewegen wordt moeilijker.

Naast deze motorische symptomen kunnen er ook andere klachten optreden, zoals problemen met balans, bloeddruk, plassen, hallucinaties, geheugenproblemen en verslikken.

Het verloop van de ziekte verschilt per persoon. Bij sommige mensen verloopt het langzaam, terwijl anderen sneller achteruitgaan. Vroegtijdige behandeling kan helpen om de symptomen te beheersen en de kwaliteit van leven te verbeteren.

Bron: Parkinsonisme vereniging & Verder met Parkinson & ParkinsonNL