Een dwarslaesie is een ernstige aandoening waarbij het ruggenmerg beschadigd raakt. Dit kan leiden tot blijvend verlies van spierkracht, gevoel of beide. De behandeling en mogelijke complicaties vragen om een samenwerking tussen verschillende zorgverleners. Hieronder volgt een overzicht van het behandeltraject en de mogelijke problemen die kunnen optreden.
Behandeling van een dwarslaesie
1. Acute fase (direct na het letsel)
Rug en nek stabiliseren: Om verdere schade te voorkomen, wordt de wervelkolom vastgezet met een brace of ander hulpmiddel. Soms is een operatie nodig om druk op het ruggenmerg te verminderen.
Zorg voor vitale functies: Ademhaling, bloeddruk en pijn worden in de gaten gehouden. Bij ademhalingsproblemen kan kunstmatige beademing nodig zijn.
Medicatie: Soms worden ontstekingsremmers (zoals corticosteroïden) gegeven om zwelling te verminderen, hoewel dit niet altijd effectief is.
Onderzoek met scans: MRI- en CT-scans helpen om de ernst en plek van de beschadiging te bepalen.
2. Revalidatiefase (weken tot jaren)
Fysiotherapie: Helpt spieren te versterken, beweging te verbeteren en problemen zoals stijfheid te voorkomen.
Ergotherapie: Helpt bij dagelijkse taken zoals eten, aankleden en bewegen. Ook worden hulpmiddelen, zoals rolstoelen, ingezet.
Psychologische hulp: Ondersteunt bij het omgaan met de emotionele impact van de dwarslaesie.
Medicatie: Helpt bij het verminderen van spierstijfheid, pijn en het reguleren van de blaas- en darmfunctie.
Begeleiding naar werk en sociaal leven: Ondersteuning om weer deel te nemen aan werk en sociale activiteiten.
3. Langdurige zorg
Huis en vervoer aanpassen: Zodat de patiënt zo zelfstandig mogelijk kan blijven.
Regelmatige controles: Om problemen zoals infecties en doorligplekken op tijd te behandelen.
De behandeling van een dwarslaesie richt zich op het stabiliseren van de patiënt, het maximaliseren van herstel en het voorkomen van complicaties. Hoewel een dwarslaesie blijvende gevolgen kan hebben, kan goede zorg de kwaliteit van leven verbeteren. Regelmatige medische controles, intensieve revalidatie en aanpassingen in de omgeving helpen patiënten zo zelfstandig mogelijk te blijven.