Deze korte schriftelijke toets helpt om de basiskennis van de Present Perfect te controleren en helpt mij (de docent) om snel inzicht te krijgen in jouw beheersing van de Present Perfect. Hiervoor maak je zowel multiple-choicevragen als open vragen voor het volgende:
De laatste vraag
Beoordelingscriterium | Voldoet niet aan verwachting | Voldoet aan verwachting | Overschrijdt verwachting |
Je kan de present perfect in de juiste context gebruiken. | Je kan het gebruik van de Present Perfect juist hanteren aan de hand van bedachte voorbeeldzinnen die de link tussen heden en verleden duidelijk maken | ||
Je kan ten minste drie zinnen noemen waarin de Present Perfect wordt toegepast (ervaringen, handelingen die invloed hebben op het heden, etc.). | Je kan duidelijk 4 zinnen maken waarin de Present Perfect gebruikt wordt. | ||
Je kan kan de regels voor het vormen van de Present Perfect correct toepassen in ten minste vijf verschillende zinnen. | Je kan minimaal vijf zinnen correct vormen met de Present Perfect | ||
Je kan hulpwerkwoorden 'have' of 'has' correct gebruiken in de vorming van de Present Perfect in ten minste 80% van de oefenzinnen. | Je gebruikt 'have' of 'has' correct in 80% van de oefeningen. | ||
Je kan ten minste 4 onregelmatige werkwoorden correct toepassen in de Present Perfect, zowel in oefeningen als in zelfgeschreven zinnen. | Je gebruikt 4 onregelmatige werkwoorden correct in zowel oefeningen als zelfgeschreven zinnen | ||
Je gebruikt de juiste onregelmatige werkwoorden | Je gebruikt de onregelmatige werkwoorden op het juiste moment en neemt ze uit het juiste (3e) rijtje |