Bij het leren van de Present Perfect in het Engels zijn er een aantal veelgemaakte fouten:
Misconcepties:
Verwarring met de Simple Past: Veel leerlingen denken dat de Present Perfect hetzelfde is als de Simple Past, terwijl de Present Perfect vaak wordt gebruikt om een gebeurtenis die in het verleden plaatsvond, te verbinden met het heden. Leerlingen zeggen bijvoorbeeld: "I went to the store," terwijl het in veel gevallen correcter zou zijn om "I have been to the store" te zeggen.
Foutief gebruik bij specifiek tijdstip: De Present Perfect wordt vaak verkeerd gebruikt in combinatie met een specifiek tijdstip. Bijvoorbeeld: "I have seen him yesterday" (fout) in plaats van "I saw him yesterday" (correct). De Present Perfect wordt gebruikt met vage tijdsbepalingen zoals "ever", "never", "already", "yet", en "lately", maar niet met specifieke tijden zoals "yesterday" of "last year".
Verwarring tussen afgeronde en niet-afgeronde acties: Leerlingen gebruiken de Present Perfect soms voor acties die echt in het verleden zijn afgerond, zonder verband met het heden, terwijl de Simple Past juist voor deze gevallen moet worden gebruikt.
Misconcepties:
Verwarring bij het gebruik van "have": Sommige leerlingen denken dat je altijd "has" moet gebruiken voor alle onderwerpen in de Present Perfect. Ze zeggen bijvoorbeeld: "He have finished the book" in plaats van "He has finished the book."
Foutief gebruik van de hulpwerkwoorden: Leerlingen kunnen het hulpwerkwoord "have" of "has" vergeten te gebruiken, bijvoorbeeld: "She written a letter" in plaats van "She has written a letter."
Verwarring bij de negatieve vorm: Soms wordt de negatieve vorm verkeerd gemaakt, zoals "I have not ate". De juiste vorm zou zijn: "I have not eaten."
Misconcepties:
Verwarring met de onregelmatige vorm: Leerlingen kennen vaak de onregelmatige werkwoorden niet goed en maken fouten zoals "I have goed" in plaats van "I have gone". Het is belangrijk dat ze de onregelmatige vormen goed kennen, zoals eat - eaten, go - gone, see - seen, etc.
Verkeerd vervoegen van onregelmatige werkwoorden: Wanneer de vorm van een onregelmatig werkwoord niet bekend is, kunnen leerlingen de stam van het werkwoord verkeerd vervoegen. Bijvoorbeeld: "I have buyed" in plaats van "I have bought".