Korte omschrijving deelvaardigheden

Deelvaardigheid 1: Wanneer gebruiken we de Present Perfect?

Beschrijving: De Present Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat een handeling in het verleden is begonnen en een verband heeft met het heden. Dit kan bijvoorbeeld een actie zijn waarvan de gevolgen nu nog voelbaar zijn, of een ervaring die in het verleden is opgedaan zonder specifieke tijdsaanduiding. Een gebruikelijke manier om dit toe te passen is wanneer we willen aangeven dat iets nog steeds relevant of actueel is, zoals in de zin: "I have lived in London for ten years" (ik woon al tien jaar in Londen). Hieruit blijkt dat het verleden (het begin van de woonperiode) doorloopt in het heden. (Swan, M. (2016). Practical English Usage (4th ed.). Oxford University Press. )

Deelvaardigheid 2: Hoe maak je de Present Perfect?

Beschrijving: De Present Perfect wordt gevormd door het hulpwerkwoord "have" (of "has" bij derde persoon enkelvoud) te combineren met het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord. Het hulpwerkwoord “have” geeft aan dat we met de Present Perfect werken, en het voltooid deelwoord geeft de actie of toestand weer. Bijvoorbeeld: "She has finished her homework" of "They have gone to the store." (Murphy, R. (2019). English Grammar in Use (5th ed.). Cambridge University Press.)

Deelvaardigheid 3: Onregelmatige Present Perfect werkwoorden

Beschrijving: Onregelmatige werkwoorden in de Present Perfect volgen niet altijd dezelfde regels als regelmatige werkwoorden. Dit vereist kennis van het onregelmatige voltooid deelwoord, zoals "go" dat in de Present Perfect "gone" wordt. Het beheersen van onregelmatige werkwoorden is cruciaal voor correct gebruik, aangezien deze vaak voorkomen in de dagelijkse communicatie. Voorbeelden zijn "break" (broken), "write" (written), en "see" (seen). (Azar, B. S. (2009). Understanding and Using English Grammar (4th ed.). Pearson Education.)