Introductie [5 min]
Bedenk een passende introductie op de les of gebruik de afbeelding die helemaal vooraan in de PowerPoint staat als uitgangspunt. "Wat valt op aan deze afbeelding?"

Instructie [10 min]
Behandel de PowerPoint. Neem de kinderen mee in de 6 criteria die belangrijk zijn bij het duidelijk omschrijven van de afbeelding. Er komen enkele woorden voorbij die ze misschien niet kennen. Geef die een plekje op de manier zoals je dat gewend bent, bijvoorbeeld een woordmuur o.i.d.
Onderaan vind je een losse woordenlijst met de relevante woorden.
Kern [30 min]
Begin met het samen een prompt schrijven voor een afbeelding van iets uit de buurt. Bijvoorbeeld de boom op het plein. Iedereen schrijft een prompt en samen bekijk je enkele resultaten van de AI-generator. "Welke prompts geven het beste resultaat en waarom?" [10 min]
Deel (klad)papier uit en laat de kinderen een onderwerp bedenken waarvan ze de afbeelding willen laten maken. Hiervan schrijven ze een prompt. Laat daarna ze in tweetallen elkaars omschrijvingen beoordelen. Wat is onduidelijk, wat kan beter? Ze geven elkaar tips en tops. [10 min]
Vervolgens gaan ze met de gekregen tips hun omschrijving definitief opschrijven. Gebruik daar een nieuw blaadje voor of gebruik de prompt-kaartjes die in de bijlage zitten en uitgeprint kunnen worden. [10 min]
Verzamel tot slot alle prompts in een bakje of enveloppe.
Slot [5 á 10 min]
Pak willekeurig een prompt uit de enveloppe en voer hem letterlijk in bij een AI-assistent.
Bespreek de uitkomsten met de kinderen. Is dit het resultaat dat ze wilden krijgen? Zijn er 'gekke' dingen te zien die onverwacht of ongewenst zijn? Hoe zou dat komen?
Omdat alle prompts in één keer behandelen te veel tijd zou kosten, kun je de prompts die nog niet behandeld zijn op andere momenten in de week voorbij laten komen. Grijp dan ook nog eens terug naar de woorden op de woordmuur.