Experiment Toonhoogte onderzoeken
De leerlingen voeren het experiment in tweetallen uit.
Een leerling drukt met een vinger het elastiekje tegen de onderkant van een kartonnen beker en houdt de beker op ongeveer 10 centimeter afstand van het oor van leerling.
Laat de leerling het elastiek een klein beetje strak te trekken en het te tokkelen.
Laat de leerling het elastiek strakker te trekken en weer te tokkelen.
Wat gebeurt er met de toonhoogte als het elastiek strakker getrokken is?
Het geluid is hoger. Het elastiek geeft een hogere toon naarmate het strakker getrokken is.
Laat de leerlingen van een andere kartonnen beker het bovenste deel afknippen. Ze houden zo een beker van ongeveer 3 centimeter hoog over.
De leerlingen doen bovenstaande experiment met de kleine beker.
Is het geluid van de grote beker harder of minder hard dan het geluid van de kleine beker? Het geluid van de grote beker is harder.
Concludeer:
Als je een hoge toon wilt maken, moet het elastiekje strakgespannen zijn.
Als je een lage toon wilt maken, moet het elastiekje minder strak, maar ook weer niet te los gespannen zijn. Anders kan het elastiekje niet trillen.
Als je een harde toon wilt maken, moet de klankkast groot zijn. Het geluid van de grote beker is harder dan het geluid van de kleine beker. De beker werkt als een klankkast, het versterkt het geluid. Hoe groter de klankkast, hoe harder het geluid.
Het geluid van een grotere klankkast heeft een lagere toon dan dat van een kleinere klankkast. Als voorbeeld kun je het verschil in geluid tussen een contrabas en een viool noemen.