Versterker


Je ziet in het blokschema een lijn lopen van de versterker naar de uitlezer, maar ook van de versterker naar de pulsvormer.
Dat is omdat de sterkte van de puls die de zender uitzendt afhankelijk is van de diepte van het water.
Daarom zijn echoloodapparaten ook voorzien van knoppen met de schaalverdeling.
Vaak,
0-10m
10-40m
40-100m
100-200m
200-500m
Daarna houdt het voor de meeste echoloden op.
Wat deze indeling ook doet is de tussenpozen tussen twee pulsen aanpassen.
Een puls doet er immers veel korter over om van 0 naar 10m te gaan dan van 0 naar 200m.
En de ontvanger moet wel open staan als de puls terug komt.
De knop met de schaalverdeling stelt die duur in.

Ook kan het zijn dat de versterker een knop "GAIN" heeft.
Dan kun je zelf instellen hoe de puls versterkt moet worden.
Hier gaan we later op in bij het hoofdstukje bediening.

Maar ook de uitlezer, zeker een grafische, heeft een bepaalde mate van stroomsterkte nodig om zijn werk te kunnen doen.
Daarom wordt het binnengekomen signaal ook versterkt, zodat de stylus, het schrijpennetje, of het display genoeg stroom heeft om een uitlezing te kunnen maken.