Leerlingen denken dat de vitale longcapaciteit groter wordt tijdens lichamelijke inspanning.
Vitale longcapaciteit: de hoeveelheid lucht die kan worden uitgeademd na een zo diep mogelijke inademing. Na de uitademing blijft er altijd een restvolume lucht in de longen over. Het totale longvolume is dan ook groter dan de vitale capaciteit, namelijk longvolume = restvolume + vitale capaciteit. De vitale capaciteit is voor een persoon op een bepaald moment hetzelfde tijdens rust als tijdens lichaamsinspanning. De vitale longcapaciteit van iemand kan worden vergroot door training van de ademhalingsspieren. Indien door training sterkere ademhalingsspieren ontstaan zal bij een inademing meer ruimte in de borstholte kunnen ontstaan en daarmee het longvolume en ook de vitale longcapaciteit toenemen.
Oorzaken van het misconcept:
Laat leerlingen hun longcapaciteit meten met een spirometer, bereken het gemiddelde van de klas, of bereken het verschil tussen jongens en meisjes. Beantwoord na aanleiding hiervan de volgende vragen:
Afzal, M. N. (2004). Students’ misconception in respiratory physiology. Journal of Ayub Medical College Abbottabad, 16(3).
Michael, J. A. (1998). Students' misconceptions about perceived physiological responses. Advances in Physiology education, 274(6), S90.