Cocaïne, of benzoyl-methyl-ecgonine, ook wel coke genoemd, is een stimulerend middel dat behoort tot de alkaloïden. Het is een verslavende en zeer schadelijke harddrug. Cocaïne is een van de drugs die oorspronkelijk op de markt werden gebracht als geneesmiddel. Het kan worden gesnoven, gerookt, of geïnjecteerd. De mentale gevolgen van inname van cocaïne zijn onder andere een verminderd contact met de werkelijkheid, euforie en/of sterke rusteloosheid. Lichamelijke gevolgen zijn onder meer een verhoogde hartslag, transpiratie en verwijde pupillen. Hoge doses kunnen leiden tot een verhoogde bloeddruk en verhoogde lichaamstemperatuur. De effecten treden enkele seconden tot enkele minuten na inname op en kunnen tussen de vijf en de negentig minuten aanhouden.
Cocaïne kan tot verslaving leiden omdat het een groot effect heeft op dopamine en het beloningssysteem van de hersenen. Cocaïne blokkeert de heropname van serotonine, noradrenaline en dopamine in neuron uit de synaptische spleet in de hersenen. Hierdoor ontstaat een grotere concentratie van deze drie neurotransmitters. Dopamine creëert een gevoel van genot en geluk. Noradrenaline zorgt voor alertheid. Serotonine versterkt de zintuiglijke waarneming, het geheugen, een positieve stemming, de slaap en seksuele verlangens. Al na een korte gebruiksperiode kan iemand verslaafd raken.