Stel je voor dat het verhaal dat je las geen fictie was, maar echt gebeurd! En dat het wekenlang het nieuws beheerste. Nieuwsredacties volgden de gebeurtenissen op de voet en brachten constant updates. Met die gedachte ga je nu aan de slag om (digitaal) de voorzijde van je boekenfiche te maken.
Op de voorzijde plaats je de cover van het boek en verspreid over de cover zet je 8 tekstvakken. Vul deze tekstvakken met krantenkoppen die zouden kunnen verschijnen als het boek een waargebeurd verhaal was. Deze krantenkoppen geven meteen een spannende samenvatting van het boek en maken toekomstige lezers nieuwsgierig. Dat is toch de bedoeling!
Bij het maken van de 8 krantenkoppen hou je met het volgende rekening:
- Een krantenkop begint met een hoofdletter.
- Een krantenkop kan volgende eindleestekens bevatten: ? / ! / ... Een punt (.) als eindleesteken valt weg bij een krantenkop.
- Een krantenkop moet geen volwaardige zin zijn. Heel wat krantenkoppen hebben geen PV, maar wel een VD.
- Maak de lezer met je krantenkoppen nieuwsgierig naar de inhoud van het boek. Dit is erg belangrijk!
- Schrijf 8 krantenkoppen bij 8 verschillende passages uit je jeugdboek! Zet ze in volgorde van het verhaal.