Onderwijsinstellingen kunnen het model gebruiken om hun huidige applicaties te vergelijken met de referentiecomponenten.
Dit helpt bij het identificeren van verbeterpunten en bij het plannen van veranderingen om het model te volgen.
Vergelijken verschillende applicaties onderling
Omdat het model onderverdeeld is in referentiecomponenten, kunnen applicaties met functionaliteiten die niet volledig overlappen goed met elkaar vergeleken worden aan de hand van dit model.
Beheer en Uitwisseling van Gegevens:
Het model biedt inzicht in hoe gegevens worden beheerd en uitgewisseld tussen verschillende componenten.
Voor elke component wordt aangegeven welke gegevens het beheert en nodig heeft, wat leidt tot een beter begrip van informatiestromen en verbindingen.
Optimalisatie van Informatiestromen:
Idealiter zouden alle componenten die dezelfde gegevens gebruiken, deze moeten halen uit de hoofdcomponent.
Dit model helpt bij het beoordelen van het eigen applicatielandschap, met aandacht voor de informatiestromen.