Het elektriciteitsnetwerk

Iedereen is als kind geleerd dat elektriciteit (netspanning, lichtnet) gevaarlijk is. Om dit gevaar te begrijpen en ongelukken te voorkomen, moet je weten hoe het elektriciteitsnetwerk in elkaar steekt.

Na opwekking wordt elektrische energie 'vervoerd' via hoogspanningskabels en een aantal onderstations. Trapsgewijs wordt de hoogspanning via transformatoren naar een lagere spanning omgezet. Uiteindelijk wordt in het transformatorhuisje in de wijk de spanning omgezet naar 230 Volt wisselspanning.

 

Schematische weergave van het elektriciteitsnetwerk

Een apparaat werkt zodra de stroomkring gesloten is. Dit betekent dat de stroom altijd terugstroomt naar de bron.

Via een ondergrondse kabel (tussen transformatorhuisje en woning) komen één of meerdere fase-draden de woning via de meterkast binnen. De fasedraad is bruin van kleur, en zorgt voor de toevoer van stroom.

De terugvoer van deze stroom tussen de woning en het transformatorhuisje gaat niet via een kabel, maar via de grond. Hier ontstaat ook het gevaar: sta je in contact met de grond, dan kàn je onbedoeld deel worden van een stroomkring.