Algemene werkvormen

Spuit het weg!

Nodig:

Opdracht:

Schrijf met stoepkrijt op de tegels letters, cijfers of antwoorden op. Geef vervolgens een opdracht.

Voorbeeld taal: Met welke letter begint kip? Spuit die letter weg.

Voorbeeld rekenen: Wat is het antwoord van 4+4? Spuit dat getal weg.

Ren je rot!

Bij het spel ren je rot stel jij een vraag en rennen de kinderen naar het juiste antwoord. Dit kan op het gebied van rekenen en taal, maar ook bij wereldorientatie.

Voorbeeld: Je hangt 4 papieren op met op elk papier een seizoen. Vervolgens noem jij een stelling of vraag en rennen de kinderen naar het juiste antwoord. Een voorbeeld van een stelling is: In dit seizoen vallen de blaadjes van de bomen (herfst) Een voorbeeld van een vraag is: In welk seizoen eten wij veel ijsjes en kunnen we lekker zwemmen? (zomer)

Flitsen

Bij het flitsen komt er op het digibord elke keer een woord, som of kloktijd voorbij die de leerlingen zo snel mogelijk hardop moeten zeggen. Tijdens het flitsen kunnen de leerlingen op hun plaats joggen, boksen of squaten. Je kan deze oefening ook zelf aanpassen. Er zijn al veel verschillende voorbeelden gemaakt op Youtube. Hieronder zie je een voorbeeld met woordjes van veilig leren lezen kern 5. 

https://www.youtube.com/watch?v=5-h39xTNUnE&t=69s

Wandel en wissel uit

Ieder kind heeft een kaartje met een woordrijtje. Als de leerlingen elkaar tegenkomen stoppen ze en lezen ze elkaars woordrijtje. Als ze dit hebben gedaan, wisselen ze het kaartje om en zoeken ze een nieuw maatje. 

Deze werkvorm kan je gebruiken bij taal, maar ook bij rekenen, wereldoriĆ«ntatie, geschiedenis et cetera.

Stopdans

Als de muziek aan staat, mogen de leerlingen lekker dansen door de ruimte. Stopt de muziek, dan krijgen de leerlingen een opdracht of zoeken een maatje en voeren met hun maatje de bijbehorende opdracht uit. Deze werkvorm kan je met veel lesstof inzetten.

Buiten bewegen en leren van juf Daph

Buiten leren en bewegen!.pdf

Buiten leren en bewegen! deel 2.pdf