Je moet eerst de vier deelvragen beantwoorden om uiteindelijk de hoofdvraag te beantwoorden. Neem de vier deelvragen over en ga op onderzoek uit. Wat weet je er al van? Welke bronnen kun je online vinden?
Zorg dat je betrouwbare bronnen gebruikt! Hoe kun je weten of een bron betrouwbaar is?
- Kijk uit welk jaar de bron komt (is de info nog up-to date?)
- Wie is de eigenaar van de website/maker van de bron? Is dit een betrouwbare partij? Heeft hij/zij hier verstand van?
- Vermijd websites zoals: Blogspot.com, wordpress.com, scholieren.com
- Wikipedia is een goede plek om te starten met je onderzoek, maar vooral vanwege de bronnen die onderaan de pagina vermeld staan. Een wikipedia pagina kun je niet zomaar als betrouwbare bron zien omdat iedereen een wikipedia pagina kan publiceren, maar de bronverwijzingen zijn wel heel handig.
Ga nu aan de slag met het beantwoorden van de vier deelvragen.
Dit is wat we verwachten als het gaat om lengte van de antwoorden en inhoud.
- Deelvraag 1: Wat betekent duurzaamheid (voor jullie)?
Behandel eerst het begrip duurzaamheid, wat betekent dit? Wellicht zijn er meerdere definities? (Gebruik verschillende bronnen). Vervolgens beantwoord je wat duurzaamheid voor jullie allen betekent en wat jullie al voor duurzame dingen doen (Iedereen in het groepje schrijft hier een eigen stukje over). Gebruik tussen de 500-700 woorden.
- Deelvraag 2: Wat is de visie van de gemeente Rotterdam ten aanzien van duurzaamheid?
Zoek uit wat de visie/doelen/ambities van Rotterdam zijn als het gaat om duurzaamheid. Zoek echt even goed door de website en kijk ook naar het duurzaamheidskompas en maak er uiteindelijk een overzichtelijk antwoord van. Gebruik tussen de 500 tot 700 woorden (Tip: start op deze website: https://duurzaam010.nl/wat-wij-doen/)
- Deelvraag 3: Wat hebben jullie gezien en geleerd tijdens de duurzame stadswandeling?
Op de dag van de stadswandeling is het de bedoeling dat je actief meedoet. Je maakt gedurende de dag foto's en opdrachten voor in je verslag. Je beschrijft in deze deelvraag wat je hebt gedaan, gezien en geleerd tijdens deze dag. Je verteld ook over de presentatie die je hebt gegeven en hoe dit is gegaan. Gebruik tussen de 400 - 500 woorden.
- Deelvraag 4: Welke vijf projecten hebben jullie gekozen en waarom zijn deze projecten duurzaam?
Dit is een hele belangrijke vraag in de beoordeling. Deze deelvraag maak je per project. Je beschrijft eerst voor project 1 wat het project inhoudt, waar het zich bevindt, wie het heeft gemaakt/ontworpen/bedacht en hoe dit project aansluit bijdraagt aan een duurzame wereld. Ga echt de diepte in, dus niet alleen noemen, het bespaart water, maar leg dan ook uit waarom het belangrijk is dat we water gaan besparen. Gebruik hierin aardrijkskundige begrippen! Gebruik per project tenminste 400 woorden. Dus in totaal 2000 woorden.
Verder verwachten we mooie afbeeldingen, duidelijke kopjes en correct gebruik van het Nederlands zonder spelfouten.
Voor het beantwoorden van de deelvragen krijg je in ieder geval twee lessen de tijd. Dat kan betekenen dat je thuis ook nog wat moet doen als huiswerk.
Uiterlijk 4 november lever je de eerste versie van de antwoorden op de vier deelvragen in bij je docent. Je krijgt vervolgens feedback van de docent, zodat je je verslag verder kan verbeteren na de herfstvakantie.
Lever je niks in, of maar een half verslag, dan krijg je ook geen/minder feedback en dat zul je uiteindelijk terugzien in je eindcijfer, maak dus gebruik van deze kans!