Dit is een korte activiteit waarbij de leerlingen de relatie tussen de trillingstijd en frequentie van een trilling ontdekken/controleren. Er wordt een begin gemaakt met longitudinale golven.
Leerdoelen
Relatie tussen trillingstijd en frequentie
Meten van trilling met de computer en berekenen uit (u,t) diagram van de trillingstijd
Voorkennis
Trillingstijd en frequentie
De leerlingen hebben nog geen voorkennis nodig van longitudinale golven.
Coördinatentransformatie
Benodigdheden
Minimaal 4 verschillende stemvorken met bekende frequentie (256 Hz tot 512 Hz)
Microfoon met computerinterface of PhyPhox op de telefoon
Meetprogrammatuur
Klassikale introductie van het practicum
Sla een stemvork met een rubberen hamer en hou het voor een beeldscherm. Vraag de leerlingen wat zij zien (nog niet meten)
Wat doen de poten van de stemvork, en wat doet dit met de lucht om de stemvork?
Wat doet dit met de lucht in je oor?
Hoe zou de microfoon dit meten? Hoe zou de grafiek eruit zien?
Uitvoering
Sla de stemvork aan tegen de handpalm.
Plaats de stemvork dicht bij de microfoon.
Meet het signaal. Als het signaal niet mooi van vorm is, dan herhalen en de stemvork minder hard aanslaan
Meet de tijd bij een top of dal en noteer deze. Meet ook de tijd een aantal trillingen later
Bepaal de trillingstijd
Bepaal het verband tussen trillingstijd en frequentie.
Organisatie
Tijd: Als demo-proef ongeveer 15 minuten
Je kunt er één voor doen en de groepjes allemaal een andere stemvork laten uitwerken
Verzamel de meetgegevens op het bord.
Deze meetgegevens kunnen de leerlingen weer gebruiken om het gevraagde verband te bepalen