8.1 Herhaling

Je hebt al redelijk wat met string gewerkt en over strings geleerd. Zo weet je reeds dat een string een tekst is, die omsloten is door enkele of dubbele aanhalingstekens, en dat een string iedere lengte mag hebben, inclusief nul tekens lang. Je weet ook dat je twee (of meer) strings aan elkaar kunt plakken met behulp van de +, en dat je een string zichzelf kunt laten herhalen door middel van de *. Bijvoorbeeld:

Je kan ook de lengte van een string bepalen a.d.h.v. de len() functie. Bij vergelijkingen tussen strings worden de alfabetische regels aangehouden, waarbij hoofdletters altijd eerder in het alfabet staan dan kleine letters. Via de in operator kan je testen of tekens of substrings voorkomen in een string en met een for loop kan je alle tekens in een string doorlopen.