8.3.1 String indices

Ieder teken in een string heeft een positie, en die positie kun je weergeven door het index nummer van de positie. De indices beginnen bij 0 en lopen op tot aan de lengte van de string. Hieronder zie je het woord “python” op de eerste regel, met op de tweede en derde regel indices voor ieder teken in deze string:

Zoals je kunt zien, kun je positieve indices gebruiken die beginnen met 0 bij de eerste letter van de string, en die oplopen tot het einde van de string. Je kunt ook negatieve indices gebruiken, die starten met -1 bij de laatste letter van de string, en die aflopen totdat de eerste letter van de string bereikt is.

De lengte van een string s kun je berekenen met len(s); de laatste letter van de string heeft dus index len(s)-1. Met negatieve indices heeft de eerste letter van de string de index -len(s).

Als een string is opgeslagen in een variabele, dan kun je de individuele letters van de string benaderen via de variabele naam en de index van de gevraagde letter tussen vierkante haken ([]) rechts ernaast.