Eerder is uitgelegd hoe je de tekens van een string kunt doorlopen middels een for
loop:
Geeft als resultaat:
Nu je indices begrijpt, realiseer je je waarschijnlijk wel dat je die ook kunt gebruiken om een string te doorlopen:
Geeft als resultaat:
Als je voldoende hebt aan toegang krijgen tot de individuele tekens in de string, is de eerste methode, waarbij de constructie for <teken> in <string>
wordt gebruikt, verreweg het meest elegant en leesbaar. Maar soms moet je een probleem oplossen waarbij een andere methode nodig is.
Schrijf een programma dat van een string de indices print van alle klinkers (a, e, i, o, en u). Dit kan met een for
loop of een while
loop, maar de while
lijkt iets geschikter.
Schrijf een programma dat twee strings gebruikt. Voor ieder teken in de eerste string dat in de tweede string precies hetzelfde teken heeft met precies dezelfde index, druk je het teken en de index af. Pas op voor een “index out of bounds” runtime error. Test met de strings "The Holy Grail"
en "Life of Brian"
.
Schrijf een functie die een string als argument krijgt, en die dan een nieuwe string retourneert die hetzelfde is als het argument, maar waarbij ieder teken dat geen letter is vervangen is door een spatie (bijvoorbeeld, de uitdrukking "ph@t l00t"
wordt gewijzigd in "ph t l t"
). Om zo’n functie te schrijven begin je met een lege string, en doorloopt de tekens van het argument één voor één. Als je een acceptabel teken tegenkomt, voeg je het toe aan de nieuwe string. Anders voeg je een spatie toe aan de nieuwe string. Je kunt testen of een teken acceptabel is met eenvoudige vergelijkingen, bijvoorbeeld, alle kleine letters kun je herkennen omdat ze de test ch >= 'a' and ch <= 'z'
True
maken.