Werkprocessen & kwalificatiedossier

Werk in tweetallen. Kijk in je basisboek Pedagogisch Werk naar de inhoudsopgave. Het boek bestaat uit deel A t/m H. Bij elk deel hoort een werkproces. De uitleg van dit werkproces vind je bij de hoofdstukken in je boek.

Kijk nu in bijlage 2. Links staan de werkprocessen. Rechts ga je in eigen woorden beschrijven wat het werkproces betekent. Dat doe je als volgt;

  1. Onderstreep de moeilijke woorden in je boek
  2. Zoek deze op, vraag een klasgenoot of docent
  3. Beschrijf het werkproces dan in je eigen woorden in de kolommen in de bijlage.

Inleveren:

Bijlage 2 kwalificatiedossier & werkprocessen

Aanvullende informatie:

Het kwalificatiedossier bestaat uit twee delen. Het basisdeel is de eerste. Daar start je de opleiding mee. Daarna kom je in het profieldeel. Dat is bijvoorbeeld onderwijsassistent of pedagogisch medewerker kinderopvang. Het basisdeel van het kwalificatiedossier bestaat uit twee kerntaken. Bij elke kerntaak horen verschillende werkprocessen. Hieronder vind je het overzicht.

Kerntaak 1: Inventariseert de behoeften en wensen van het kind

Werkproces 1: Zorgt voor een veilig pedagogisch klimaat
Werkproces 2: Inventariseert behoeften en wensen van het kind

Werkproces 3: Bereidt de uitvoering van activiteiten voor

Werkproces 4: Creëert een verantwoorde en stimulerende speel-/leeromgeving

Werkproces 5: Werkt samen met andere betrokkenen in de omgeving van het kind

Werkproces 6: Volgt en stimuleert de ontwikkeling en leren van het kind.

Werkproces 7: Evalueert haar eigen werkzaamheden.

Kerntaak 2: Werken aan kwaliteit en deskundigheid.

Werkproces 1: Werkt aan de eigen professionele ontwikkeling

Werkproces 2: Werkt aan het bewaken en bevorderen van kwaliteitszorg.

Het basisdeel (B), de kerntaken (K) en werkprocessen (W) zijn vaak op geschreven in afkortingen. Zo ontstaan er codes. Als je goed kijkt, kun je deze codes hierboven nu uitzoeken; B1-K2-W2, B1-K1-W6, B1-K1-W1. In de inhoudsopgaven je boek zie je de codes ook terug. Ook bij de opleiding krijg je ibo’s (intergrale beroepsopdrachten) die zijn ingedeeld op de werkprocessen. Ten slotte wordt je op deze manier ook beoordeeld op stage.