Naast het terrassenlandschap zijn er nog andere kustlandschappen te vinden in het Caribisch gebied. In deze stap zal worden ingegaan op de (binnen)baaien en zoutpannen.
Zoutmeren (saliñas)
Een typerend landschap in het Caribisch gebied zijn de saliñas, ook wel zoutmeren of zoutpoelen genoemd. Saliñas zijn binnenmeren waar wel water in kan stromen, maar niet meer uit. Een salina is laaggelegen en ligt dichtbij zee, zodat er regelmatig nieuw zeewater in kan stromen. Naast de natuurlijke zoutmeren zijn er ook kunstmatige meren die voor de zoutwinning gebruikt worden, de zoutpannen (zie bron 11). Deze zijn in het Caribisch gebied te vinden op Bonaire, Sint-Maarten, de Kaaimaneilanden en de Turks & Caicos eilanden.
Bron 11 Bron: https://www.beautiful-bonaire.nl/over-bonaire/geschiedenis.php |
Het water in de zoutpannen kan alleen verdwijnen door verdamping. Hierdoor wordt de zoutconcentratie in het resterende water steeds hoger. Wanneer er minder water aangevoerd wordt dan er verdampt, zal uiteindelijk al het water verdwijnen en blijven er zoutkristallen achter. Het zout kan vervolgens geoogst worden. Het zeewater wordt door een aantal zoutpannen gestuurd (gebruikmakend van het hoogteverschil). Op deze manier worden de verschillende zouten in het water ook van elkaar gescheiden: gips en kalk slaan bijvoorbeeld eerder neer dan keukenzout (zie bron 12).
Bron 12 Eerst slaat CaCO3 (calciumcarbonaat, ook wel kalk) neer, daarna CaCO4 (gips), vervolgens NaCl (natriumchloride, ook wel keukenzout genoemd) en vervolgens slaan overige zouten neer (zoals Kalium en Magnesium zouten).
Bron: https://www.alexstrekeisen.it/english/sedi/evaporites.php |
Afhankelijk van de temperatuur, wind en neerslag heeft het zout 10 tot 12 maanden nodig voor het indampen. De fysische (natuurlijke) kenmerken van Bonaire maken de zoutwinning mogelijk: er zijn zoutpannen dichtbij de zee, op een laaggelegen deel van het land, er is genoeg zon gedurende het jaar, het is lange periodes droog en de regentijd is slechts beperkt tot een klein deel van het jaar. Ook is er een overheersend droge passaatwind.
Bron 13
Bron: https://www.bonairetoursandvacations.com/wp-content/uploads/2020/04/Bonaire-Salt-Flats-1024x576.jpg en https://www.istockphoto.com/nl/fotos/bonaire-salt-flats |
Bonaire is onder andere bekend van de felroze flamingo’s die op het eiland broeden. Deze vogels zijn een belangrijke toeristische attractie, maar ze spelen ook een belangrijke rol in de zoutwinning. De uitwerpselen van de vogels zorgen voor fosfaten en nitraten in het water, hierdoor kunnen er algen groeien. Die algen zijn vervolgens belangrijk voor de kenmerkende blauwgroene kleur van het water in de zoutpannen (dus niet het heldere blauwe water voor de kust). De rode kleur van het water waarin de flamingo’s leven komt van micro-organismen die in zout water leven en een rode kleur hebben (zie bron 13). De blauwgroene en rode kleur zorgen voor een hogere absorptie van het zonlicht en daardoor een hogere verdamping. Ook zorgen de algen voor een afsluitende laag op de bodem van de zoutpannen, zodat er geen zoet grondwater doorheen kan komen.
De zoutwinning op Bonaire begon in de 17e eeuw, toen de Nederlandse West-Indische Compagnie het eiland koloniseerde. Tot slaafgemaakte mensen moesten in de zoutwinning werken. De zoutproductie was erg belangrijk, omdat zout de verre zeereizen mogelijk maakte zonder telkens aan land te moeten gaan voor voedsel en water, of terug te keren naar Europa voor nieuwe voorraden. Na de afschaffing van de slavernij stopte de grootschalige zoutwinning omdat het niet meer winstgevend was. Wel bleef de bevolking op kleine schaal zout winnen voor de eigen consumptie. Pas in 1966 begon de zoutwinning weer op grote schaal. Deze keer werd er gebruik gemaakt van grote machines. De machines vegen het zout bij elkaar, het wordt gewassen en gezeefd en vervolgens op grote zoutpiramides gelegd om maandenlang te drogen. Zout is nu een belangrijk exportproduct geworden van Bonaire. In principe kan er op Bonaire eeuwig zout geoogst worden uit de Caribische zee.
Baaien
Op een aantal eilanden zijn baaien te vinden. Baaien zijn inhammen van de kustlijn, vaak met een brede opening naar zee. Sommige baaien hebben een beschutte ligging en worden daardoor regelmatig gebruikt om te zwemmen en te duiken. Een baai met beschutte ligging is ook een handige ankerplaats voor schepen. Andere baaien zijn hier te ruig voor. Juist dat ruige maakt ze ook aantrekkelijk voor toeristen, omdat je er goed de golven op de rotsen ziet slaan. De baaien ontstaan als gevolg van erosie. Dit gebeurt op 2 manieren:
1. Afvoer van water vanaf het land
In de regentijd wordt er veel water afgevoerd van het eiland in de vorm van afstromend water. Dit water slijt soms waterlopen uit, in het Papiaments ‘rooi’ genoemd (zie bron 14). Deze waterlopen zijn seizoensgebonden en vervoeren voornamelijk water in de regentijd. Als er erg veel neerslag valt, kunnen de rooien helemaal vollopen en ook een risico vormen voor overstromingen. De rooien lopen van hoger gelegen gebieden naar lager gelegen gebieden (naar de zee of naar een tanki of dam). In sommige rooien is begroeiing te vinden. Door deze begroeiing en bijbehorende wortels is er minder erosie in de rooi en zal er meer water in de rooi geabsorbeerd worden.
Bron 14 Bron: http://beachesofaruba.com/things-to-do-in-aruba/arikok-national-park/ |
Niet in alle rooien is vegetatie te vinden. Omdat veel rooien volledig droog staan in de droge periode kan op veel plekken het water moeilijk infiltreren in de door verdroging hard geworden bodem, waardoor er meer overstromingen kunnen komen. Op verschillende eilanden wordt er tot de rand van de rooi, of zelfs in de rooi, gebouwd. Hierdoor verdwijnt de belangrijke bufferzone voor de afvoer van water in periodes met hevige neerslag. Een ander probleem met de rooien is dat er sprake kan zijn van te veel insnijding in het landschap. Dit is ook te koppelen aan het ontstaan van de baaien: de rooien voeren bij hevige neerslag zoveel water en sedimenten af dat er ook veel erosie is. Het regenwater slijt de rotsen uit als het water vanaf het land de zee instroomt. Het sediment dat in zee beland, zal sedimenteren en kan zo opnieuw sedimentgesteente worden.
Op sommige plekken wordt in de rooi ook een dam geplaatst. Op deze manier kan het water langer vastgehouden worden en is het bruikbaar in de droge tijd. Echter, deze dammen houden ook de afvoer van sediment tegen waardoor het waterbergend vermogen van de rooi afneemt (bij meer sediment, past er minder water in de rooi).
In bron 14 is Rooi Prins te zien, één van de waterlopen die het regenwater afvoert. Als het regent verandert de bedding in een stroom met water, die eindigt bij de baai Boca Prins (zie bron 15). De rooien snijden zich in het landschap in.
Bron 15 |
2. Uitschurende werking van de zee
De tweede wijze waarop baaien gevormd worden is door de uitschurende werking van de zee. Aan de noordkusten van de eilanden is er sprake van erosie door de golven die tegen de kalksteenterrassen aanslaan, waardoor het kalksteen uitgesleten wordt (zie bron 16). In de baaien is aan de zijkanten te zien dat de zeespiegel ooit veel hoger heeft gestaan, omdat je daar ook de uitschuring kunt zien. Op de rand van de zeespiegel of net onder water zijn vaak ook grotten te vinden.
Bron 16 Bron: https://www.middenamerika.nl/aruba/reisgids/andicuri-beach/ |
Binnenbaaien
De binnenbaaien (zie bron 17), zoals de grote Sint Annabaai, het Schottegat, de Sint Joris Baai en het Spaanse Water op Curaçao, zijn ontstaan in een tijd dat de zeespiegel ongeveer 25 meter lager stond dan nu.
Bron 17 Bron: Google Earth |
Hierdoor was er sterke erosie van afstromend water als gevolg van het hoogteverschil en ontstonden er diepe kloofvormige dalen in het kalksteenlandschap. Deze dalen liepen als een soort rivierstelsel richting zee. Na het stijgen van de zeespiegel liepen deze dalen vol met water. Op de plek van de Sint Annabaai heeft dit geleid tot een dal van 100 meter breed en steile wanden van meer dan 10 meter hoogte (zie bron 18). Een voorbeeld van een soortgelijke binnenbaai op Bonaire is het Gotomeer.
Bron 18 Bron: foto uit eigen archief |
![]() |
Vragen |
Zoutwinning
1. Noem drie kenmerken van het klimaat die Bonaire geschikt maken voor zoutwinning. |
2. Geef een reden vanuit de dimensie natuur waarom er op Aruba geen zoutwinning plaatsvindt. |
De zoutwinning loopt gevaar door zeespiegelstijging. |
Klimaatverandering heeft ook effect op de vorming van zout. |
Toerisme kan negatieve effecten hebben op het milieu, maar soms zorgt toerisme ook juist voor milieubescherming. |
Baaien
Gebruik bron 19.
Het Spaans Lagoen op Aruba, te zien in bron 19, is gevormd door erosie.
6. Beredeneer aan de hand van de ligging van het Spaans Lagoen dat er sprake is van erosie door afstromend water in plaats van erosie door golven van zee |
7. Beschrijf welke invloed zeespiegelstijging heeft op de vorm en aanwezigheid van baaien in het Caribisch gebied. |
8. Beschrijf op welke wijze menselijke activiteiten bijdragen aan de vorming van baaien. Ga in op:
|