Gebruik bron 2.
Bron 2 Geografische dimensies ![]() |
1 Noteer de verschillende geografische dimensies in bron 2.
2 Noteer de verschillende schaalniveaus die in de geografie worden gebruikt, van een laag naar een hoog schaalniveau.
Bij aardrijkskunde draait het om geografische vragen stellen. We stellen vaak de volgende vragen:
- Wat?
- Waar?
- Waarom daar?
- Kan dat wel zo daar of is dat daar gewenst?
3 Noteer voor elke soort vraag een voorbeeldvraag, gebaseerd op de kennis uit eerdere katernen van domein E1.