Het fosforatoom in TCP heeft een 4-omringing. De ruimtelijke verdeling van de atoombindingen rondom het fosforatoom is vergelijkbaar met die rondom een koolstofatoom met 4-omringing.
Een mogelijke oorzaak van de aandoening is een verandering in een belangrijk enzym in de lever. In de lever komt het enzym BChE voor, dat een rol speelt bij de hydrolyse van bepaalde esters.
Wanneer het lichaam TCP opneemt, wordt een van de isomeren van TCP in de lever omgezet tot stof A (zie figuur 2).
Vervolgens wordt in drie reacties een serine-eenheid van BChE omgezet tot een fosfoserine-eenheid. In het vervolg van deze opgave wordt de omgezette BChE aangeduid met BChE-P.
Reactie 2 begint met een aanval van de OH-groep van een serineeenheid op het fosforatoom in CBDP. Hierbij ontstaat onder meer stof X.
In een onderzoek kon de aanwezigheid van BChE-P in bloed worden aangetoond.
Men volgde hierbij de volgende stappen:
1 afname van bloed bij gezonde mensen en bij mensen met klachten
2 isolatie van BChE uit bloed waarin eventueel BChE-P voorkomt
3 hydrolyse van BChE; hierbij worden korte peptideketens gevormd
Van het mengsel van peptideketens afkomstig uit stap 3 werden vervolgens massaspectra gemaakt.
Uit de resultaten kon worden opgemaakt dat de omzetting van de serine-eenheid uitsluitend aantoonbaar is in peptideketen 1.
Phe – Gly – Glu – Ser – Ala – Gly – Ala – Ala – Ser (peptideketen 1)
In de massaspectra van zowel gezonde mensen als patiënten is bij m/z = 794 een piek te zien die afkomstig is van peptideketen 1.
Bij de ionisatie in de massaspectrometer wordt een H+-ion afgesplitst van de peptideketens die in stap 3 zijn gevormd.
video-uitleg https://youtu.be/mH7Ja-DN6v0