Start van de les:
Schrijf op het bord de vraag ‘Wat is kinderarbeid?’. De leerlingen schrijven op hun wisbordje wat zij denken wat kinderarbeid is. Geef vijf leerlingen de beurt die hun betekenis mogen geven. Na die vijf leerlingen maak je een korte samenvatting en vul je als leerkracht aan wat je nog niet hebt gehoord.
Verwerking:
Splits je groep op in 2 groepen. Voor- en tegenstanders. Binnen deze twee groepen maken de kinderen tweetallen. De kinderen krijgen per tweetal 1 laptop en krijgen vijftien minuten de tijd om nu argumenten op te zoeken. Als leerkracht kan je nu kiezen welke stelling je het beste bij je eigen groep past:
- Kinderarbeid is noodzakelijk.
- Kinderarbeid is schadelijk voor jonge kinderen.
Na de vijftien minuten argumenten bedenken zoeken de kinderen een tweetal van de andere groep op. Hierbij gaan we beginnen met het sportdebat. Je krijgt dus in de klas meerdere kleine debatten tegelijk. Eerst mogen de voorstanders twee minuten de andere groep overtuigen met hun argumenten. Daarna mogen de tegenstanders twee minuten de andere groep overtuigen met hun argumenten. Dan krijgen de leerlingen vijf minuten de tijd om nieuwe argumenten te bedenken en/of de argumenten van de andere groep te ontkrachten. Dan doen we hetzelfde nog een keer. Eerste twee minuten de tegenstanders en dan twee minuten de voorstanders.
Afsluiting:
Vraag de kinderen naar hun ervaringen tijdens het debatteren. Dat kan je doen aan de hand van deze vragen: Wie heeft er een goede of mooi argument gehoord? Wat maakte het dat het argument goed was?
Wat ging er goed? Wat kan er beter?