Leerdoelen 1.1
Aan het einde van deze paragraaf weet je:
Inleiding:
Tijdens de introductie les heb je geleerd dat wij in de scheikunde continu bezig zijn met stoffen. Scheikundige zijn continu bezig met onderzoek naar stoffen. Hoe maak ik nieuwe stoffen, hoe kan ik nieuwe medicijnen maken of hoe kan ik bestaande stoffen veranderen, zodat deze bijvoorbeeld sneller afbreken in het milieu.
Het draait niet altijd in de scheikunde om maken van nieuwe stoffen. Er wordt ook onderzoek gedaan naar bestaande stoffen en waar we deze nog meer voor kunnen gebruiken. Zowel bij het maken van nieuwe stoffen als het veranderen en aanpassen van bestaande stoffen zijn de stofeigenschappen van belang.
Stofeigenshappen zijn de kenmerken waaraan je een stof kunt herkennen. Elke stof heeft zijn eigen unieke combinatie van stofeigenschappen.
Waaraan kun je bijvoorbeeld suiker herkennen ?