onderdeel van scheikunde zijn practicums. practicums zijn proefjes/ experimentjes waarbij je de scheikunde theorie in de praktijk gaat brengen. Naast de theorie leer je ook vaardigeden.
schriftje:
Tijdens de practicum lessen werken we met schriftje (deze krijg je van de docent). In het schriftje noteer je waarnemingen, geef je antwoord op vragen en noteer je de resultaten van je proefjes.
Aan de slag met het schriftje:
schrijf op de voorkant van het schriftje je naam (voornaam en achternaam) + klas
open het schrift en noteer op de eerste bovenaan op het witte gedeelte inhoudsopgave
noteer op de eerste regel: naam experiment en blz
Regels in het practicum lokaal:
noteer de volgende regels op de laatste bladzijde van je schrift .
algemene regels
Jas en tas op de gang in het rek. alleen etui of pen mag mee naar binnen.
Labjas aan en dicht. Capuchon zit aan de binnenkant van de labjas en niet over de labjas heen.
Ik mag niet spuiten met spuitflessen op mijn klasgenoten.
Ik werk rustig en geconcentreerd, en volg instructies op.
als ik iets mors, of laat vallen ruim ik dit gelijk op. als ik glaswerk laat vallen ruim ik dit op in de glasbak
aan het einde van de les, maak ik al het gebruikte glaswerk schoon en zet het netjes weg. en maak de tafel schoon