Beschrijf bij het maken van een les of lessenserie allereerst zo specifiek mogelijk wat je wilt dat de doelgroep aan het einde van elke les weet, begrijpt en kan. Heeft het betrekking op verschillende leergebieden? Als je in je leermateriaal samenhang tussen verschillende leergebieden verwerkt, dan kan dit het leren meer betekenisvol maken en sluit het beter aan bij de belevingswereld , want door het combineren van kennis en vaardigheden vanuit verschillende vakken en het verbinden met contexten leert men meer perspectieven zien. Ook maakt het leerlingen meer vertrouwd met multidisciplinair en interdisciplinair probleemoplossen en kan het versnippering en ongewenste dubbelingen voorkomen.
Een leerdoel kun je op veel verschillende manieren formuleren. Over wat de beste manier is, zijn de meningen verdeeld. Een leerdoel bestaat in ieder geval uit de volgende drie componenten en begint met:
Dit wordt gevolgd door:
De wettelijke doelen, die bekend staan als de kerndoelen, kunnen worden onderscheiden in aanbodsdoelen, beheersingsdoelen en ervaringsdoelen:
Naast de wettelijke kerndoelen zijn er diverse niet wettelijke uitwerkingen zoals voorbeeldmatige leerlijnen en lesuitwerkingen beschikbaar, zie onderstaand overzicht.
Omschrijving |
Vindplaats |
De verplichte kerndoelen en referentieniveaus taal en rekenen |
|
De verplichte eindtermen |
|
Niet-wettelijke leerlijnen en inhoudslijnen met tussendoelen, passende perspectieven (gespecialiseerd onderwijs) en leerdoelkaarten |
|
ERK |
https://taalunie.org/publicaties/216/gemeenschappelijkeuropees-referentiekader-voor-talen-leren-onderwijzenbeoordelen |
Als je leerdoelen formuleert, kunnen vragen spelen als: wat is nou echt verplicht? Welke informatie over leerdoelen is bruikbaar voor de les die ik ga ontwikkelen of aanpassen? Alleen de kerndoelen, eindtermen en referentieniveaus voor taal en rekenen zijn wettelijk verplicht. Er is divers materiaal beschikbaar met voorbeeldmatige niet-wettelijke (tussen)doelen, waarmee je de focus van jouw materiaal beter kunt bepalen, of kunt vaststellen hoe jouw materiaal in het grotere geheel past.
Kies binnen Leerplan in beeld een sector en achtereenvolgens de vakken of leergebieden waarvoor je leermateriaal ontwikkelt en bekijk welke informatie daarvoor beschikbaar is. Heb je nieuwe zaken ontdekt die voor jou handig zijn om te gebruiken? |
![]() |
Tip: neem verwijzingen naar kerndoelen/leerlijnen op in de beschrijving of handleiding van je leermateriaal. Toekomstige gebruikers weten dan over welke leerdoelen het gaat en kunnen leeractiviteiten uit ander materiaal met dezelfde doelen eventueel schrappen. |
Het formuleren van leerdoelen vergt soms wat oefening. Praktische voorbeelden zoals deze helpen je misschien op weg:
![]() |
|
Benodigdheden: werkblad 1 (bijlage 1) Formuleer nu zelf een leerdoel voor een leergebied of leergebieden in samenhang, waarin je interesse hebt. Of pas een bestaand leerdoel naar eigen wens aan je eigen context aan. Denk aan de drie componenten publiek, handelingswerkwoord en inhoud/context. Zet je leerdoelen op het werkblad. |
Beschrijf bij elk leerdoel specifieke criteria, zodat de doelgroep begrijpt wat er van hen wordt verwacht. Een leidraad voor het formuleren van ‘goede’ succescriteria (Van der Linde-Meijerink & Silfhout, 2022)3 is:
Benodigdheden: werkblad 1 (bijlage 1) Formuleer bij het leerdoel dat je bij de vorige opdracht hebt opgeschreven twee succescriteria en schrijf deze op het werkblad. |
Ontwikkel leeractiviteiten die zijn afgestemd op de beoogde leerdoelen, succescriteria en beoordelingen. Leerlingen moeten met de leeractiviteiten in staat worden gesteld om zich de beoogde doelen eigen te maken. Laat de doelgroep actief aan de slag gaan met de leeractiviteiten. Ook bij het kiezen en ontwikkelen van de leeractiviteiten zelf, is het goed om de doelgroep indien mogelijk een rol te geven.
Benodigdheden: werkblad 1 (bijlage 1) Formuleer passende leeractiviteiten bij het leerdoel en de beoordeling en noteer dit op het werkblad. |
Heb je in je leerdoelen, succescriteria, beoordeling en leeractiviteiten voldoende rekening gehouden met verschillen in kennis, kunde en interesses van de doelgroep? Om tegemoet te komen aan differentiatie kun je variëren in moeilijkheidsgraad, verdiepingsopdrachten, extra instructie en diverse verwerkingsvormen, bijvoorbeeld praktisch, audiovisueel, schriftelijk. Misschien wil je er extra instructie voor een specifieke doelgroep bij of een uitloopopdracht of verrijkingsopdracht.
Benodigdheden: werkblad 1 (bijlage 1) Formuleer hoe je rekening houdt met diverse leerbehoeften en noteer dit op het werkblad. |
Beschrijf welke vorm van feedback passend is voor de leersituatie en geef tips voor feedback tijdens het leerproces. Denk ook aan peerreview, zelfreflectie en 360-graden feedback.
Benodigdheden: werkblad 1 (bijlage 1) Formuleer passende feedback bij de ontwikkelde leeractiviteiten en noteer dit op het werkblad. |
Met het uitwerken van de zes stappen, heb je een basis gelegd voor hoe je onderwijs eruit gaat zien. Dit kun je verder uitwerken in leermateriaal en begeleidend schrijven/handleiding. Aandachtspunten daarvoor staan in het volgende hoofdstuk.