Als je practicum gaat doen moet je altijd letten op je eigen veiligheid en op de veiligheid van anderen.
De veiligheidsregels
Lees onderstaande veiligheidsregels goed door en luister altijd goed naar de instructies van je docent en TOA (technisch onderwijs assistent).
Draag ALTIJD een labjas en veiligheidsbril.
Doe sjaals af en bind lange haren samen als je met een brander gaat werken.
Meld het meteen als er glaswerk of iets anders kapot gaat.
Loop zo min mogelijk door het lokaal en gedraag je als een voorbeeldige leerling. (Ja, dit kun jij!)
Ruik niet rechtstreeks aan de gebruikte stoffen en proef NOOIT iets van de chemicaliën.
Zorg dat je goed voorbereid bent door VOORAF de werkwijze door te nemen.
Ruim na afloop op volgens de instructie van je docent en laat je werkplek schoon achter.
Was tot slot je handen met zeep en doe als ALLERLAATSTE je labjas uit en bril af.
Werken met stoffen
Er zijn risico's aan het werken met sommige stoffen. Het Global Health System (GHS) deelt stoffen en mengsels in in gevarenklassen. Er zijn 9 gevarenpictogrammen afgesproken. Zo weten werknemers overal ter wereld hoe ze om moeten gaan met deze stoffen.
Van onderstaande gevarensymbolen moet je de betekenis kennen.
Wat als het misgaat?
Gaat er iets mis? Waarschuw ALTIJD eerst de docent en/of toa. Er zijn verschillende blus/noodmiddelen in het lokaal aanwezig. Zij kunnen het beste inschatten wat er nodig is.
Hand verbrand? 10 minuten koelen in lauw water. Kleding of haar in de brand? Gebruik de nooddouche of branddeken. De TOA heeft EHBO.
Is er iets in je oog gekomen? Gebruik de oogdouche in het lokaal. Doe dit niet op eigen initiatief, vraag hulp aan de TOA en/of docent.
Heb je chemicaliën geknoeid op je handen? Eerst afspoelen met water en daarna je handen goed met zeep wassen.
Zijn er chemicaliën gemorst op de vloer of labtafel of is er glaswerk gebroken? Meld dit eerst bij de TOA en/of docent. Zij helpen je met het opruimen hiervan.
Is er brand ontstaan? Druk dan METEEN de rode noodknop in! Je hoeft NIET te wachten op de docent of TOA.
Tot slot:
Gebruik nooit meer stof dan in de instructie staat.
Gebruik een schone spatel om vaste stoffen in een reageerbuis te doen. De spatel maak je na gebruik schoon met een papieren doekje en NIET met je labjas!
Vul reageerbuizen maximaal halfvol (liever minder); dit maakt het makkelijker om de inhoud te 'kwispelen'. Schud een reageerbuis NOOIT met je duim op het uiteinde, gebruik een plastic stopje.
Giet nooit overtollige stof terug in de voorraad. Hiermee verontreinig je de voorraad.
Bij practica gebruiken we gedestilleerd water in plaats van kraanwater. Dit vind je in spuitflesjes. Zorg dat de punt van de spuitfles schoon blijft. Vul de fles bij als deze leeg is.
Stoffen die niet in de prullenbak of door de gootsteen mogen, worden apart ingezameld in een bekerglas in de zuurkast.