Bij mengsels kun je het massapercentage of volumepercentage van een stof in het mengsel uitrekenen. Dit doe je met de volgende algemene formule voor het rekenen met procenten.
Algemene formule voor het rekenen met procenten.
Wanneer je deze formule aanpast voor het massa% en het volume% krijg je de volgende formules:
Formules voor massa% en volume%.
Let op: De eenheid van het getal boven de deelstreep (het deel) moet gelijk zijn aan de eenheid van het getal onder de deelstreep (het geheel).
Hieronder zie je de omreken'trappen' voor massa en volume.
Bron: mijnrekensite.nl
Een voorbeeld
1,2 m3 lucht bevat 250 dm3 zuurstof. Bereken het volumepercentage zuurstof in de lucht.
Schrijf de formule voor vol% op.
Vul de gegevens op de juiste plaats in de formule in:
volume stof (deel) = 250 dm3 zuurstof
volume mengsel (geheel) = 1,2 m3 lucht --> omrekenen naar zelfde eenheid = 1200 dm3
Uitrekenen: 250 dm3/1200 dm3 x 100% = 20,8 vol%
Oefeningen met rekenen met percentages
Maak de volgende opdrachten. Wanneer je het lastig vindt om met formules te rekenen kun je ook verhoudingstabellen gebruiken. In het document onder de oefenopdrachten vind je een voorbeeld en staan dezelfde opdrachten met verhoudingstabellen afgedrukt.
Makkelijk beginnen
Er zit 12,7 g zout in 1 eetlepel zeezout. 1 eetlepel bevat 15 gram zeezout. Bereken het massapercentage zout in zeezout.
Het percentage zout in strooizout is veel lager. In 75 gram strooizout zit soms maar 45 gram zout. Bereken het massapercentage zout in strooizout.
Staal is een mengsel van ijzer en koolstof. 1,3 kg staal bevat maar 25 gram koolstof.
Bereken het massapercentage koolstof in staal.
Volgens een recept voor sladressing moet je 15 mL azijn mengen met 40 mL olijfolie.
Bereken het volumepercentage olie in deze sladressing.
Nu iets moeilijker:
Er zit ongeveer 21volume% zuurstof in de lucht. Bereken hoeveel dm3 zuurstof er aanwezig is in 1,4 m3 lucht.
Uitgeademde lucht bevat nog maar 17% zuurstof. Na een paar minuten heb je 60 mL zuurstof uitgeademd. Bereken hoeveel mL lucht je in deze tijd hebt uitgeademd.
Je krijgt de opdracht om een zand/zout mengsel te maken met 5% zout. Bereken hoeveel gram zout je nodig hebt om 2,3 kg van dit mengsel te maken.
Je krijgt opnieuw de opdracht om een zand/zout mengsel te maken met 5% zout. Je krijgt 20 gram zout tot je beschikking. Hoeveel gram zand heb je nodig om zoveel mogelijk van dit mengsel te maken?
Let op: je moet een extra rekenstap maken om tot het uiteindelijke antwoord te komen!
De antwoorden van deze oefeningen zijn:
1: 84,7% 2: 60% 3: 1,9% 4: 72,7% 5: 294 dm3 6: 353 mL 7: 115 g 8: 380 g
Een invulblad met verhoudingstabellen en een uitwerking van de berekeningen (met verhoudingstabellen) staan in de bestanden hieronder. Het is zinvol om te controleren of je de berekeningen goed hebt opgeschreven.
Bekijk onderstaande video waarin rekenen met het massapercentage en volumepercentage op meerdere manieren wordt voorgedaan en maak daarna de oefenopdrachten onder de video.
Bron: youtube.com Kanaal: Scheikundehulp havo vwo
Oefenopdrachten
Bereken, op dezelfde wijze als in de video, wat het massapercentage suiker is in een mengsel van 400 gram suiker en 550 gram zout. Schrijf de volledige berekening op. Als je dit goed het gedaan kom je op het antwoord van 42%.
Bereken, op dezelfde wijze als in de video, hoeveel mL alcohol je binnen krijgt als je 3 glazen bier drinkt. Het vol% alcohol in bier is 5% en er gaat 250 mL bier in één glas.
Het juiste antwoord is 37,5 mL alcohol.