Fase-overgangen

De fase bij kamertemperatuur is ook een stofeigenschap.

IJs, water en waterdamp bestaan alle drie uit moleculen van dezelfde stof: water. Toch ziet ijs er anders uit dan water. Dit komt doordat je hier hebt te maken met verschillende fasen van de stof water. Een stof kan in drie fasen voorkomen: de vaste, de vloeibare en de gasvormige fase.

De fase van een stof wordt bepaald door de temperatuur van de stof (en de druk):

Hieronder zie je de namen van fase-overgangen tussen een vaste stof, een vloeistof en een gas . Deze namen moet je kennen!


De fasedriehoek waarin alle fase-overgangen weergegeven zijn.


Opdracht:
Teken moleculen in vaste, vloeistof en gasfase op microniveau.


Bekijk als je klaar bent met bovenstaande opdracht de volgende video om je antwoord te controleren.


Bron: Youtube.com Drie fasen

 

Toestandsaanduidingen

De fase waarin een stof voorkomt, kun je aangeven door middel van een letter tussen haakjes. Als een stof vast is, schrijf je (s) erachter. De s is afgeleid van solid. IJs geef je dus weer met: water (s).

Bevindt een stof zich in de vloeibare fase, dan geef je dat aan met (l). De letter l komt van liquid. Vloeibaar water geef je weer als: water (l).

Als een stof gasvormig is, geef je dat aan met (g). De letter g komt van gas.

Als een stof wordt opgelost in water, dan geef je dat aan met (aq) van aqua. Suiker die in water is opgelost noteer je als: suiker (aq).

De notatie s, l, g en aq noem je toestandsaanduidingen.